[Officium] Dominica II Passionis seu in Palmis [Rule] no Gloria Credo Prefatio=Quad5 Prelude Passio omit commemoratio incipit no Ultima Evangelium [Prelude] #Benedictio Palmorum ! Hora competenti, in choro post Tertiam, omissa aspersione aquæ, proceditur ad benedicendum ramos palmarum seu olivarum, sive aliarum arborum. Color paramentorum est rubeus. Celebrans induitur amictu, alba, cingulo, stola et pluviali; ministri sacri amictu, alba, cingulo, subdiaconus insuper tunicella, diaconus stola et dalmatica. Celebrans induitur amictu, alba, cingulo, stola et pluviali, vel manet sine casula. ! Rami, nisi ab ipsis fidelibus iam in manibus teneantur, parentur super abacum, tobalea alba coopertum, et positum in opportuniore loco presbyterii, ita tamen, ut maneat in conspectu populi. Omnibus rite dispositis, celebrans, cum ministris sacris, seu ministrantibus, facta altari debita reverentia, sistit retro abacum, versus populum. Interim vero cantatur sequens !Matt 21:9 Ant. Hosanna, de Zoon van David! Gezegend Hij, die komt in de Naam des Heren! O Koning van Israël: Hosanna in den hoge! _ V. De Heer zij met u. R. En met uw geest. ! In sequenti oratione celebrans dicat, prout qualitati ramorum congruit, hos palmarum ramos, vel hos olivarum ramos, vel hos arborum ramos, vel hos palmarum et olivarum ramos, aut hos palmarum ((olivarum)) et aliarum arborum ramos. v. Laat ons bidden. Wij vragen U, Heer, zegen + deze palm- en olijftakken en maak, dat uw volk met de grootste toewijding innerlijk mag verwezenlijken, wat het vandaag te uwer eer uitwendig voltrekt, door zegevierend de vijand te verslaan en boven alles het werk van uw barmhartigheid te waarderen. Door Christus onze Heer. R. Amen. ! Tunc celebrans primum ter aspergit ramos, super abacum positos, postea, ad cancellos, ramos fidelium, ubi ipsi, ut dictum est, ramos iam in manibus portant, nisi placuerit horum aspersionem facere transeundo per aulam ecclesiæ. Deinde celebrans ponit incensum in thuribulo, more solito, et primum ter adolet ramos benedictos super abacum positos, postea, ad cancellos, vel transeundo per aulam ecclesiæ, incensat ramos fidelium. Ministri sacri, vel ministrantes, celebrantem comitantur, tam in aspersione, quam in incensatione ramorum, fimbriam pluvialis tenentes. _ _ !!De distributione ramorum ! Completa benedictione, fit ramorum distributio, secundum locorum consuetudinem. ! Itaque, celebrans, stans in suppedaneo altaris, versus populum, adiuvantibus ministris sacris, vel ministrantibus, dat ramos benedictos primum omnibus clericis per ordinem, deinde ministrantibus, denique, ad cancellos, fidelibus. ! Et cum inceperit distribuere, cantantur sequentes antiphonæ et psalmi, hoc modo: Ant. De kinderen der Hebreën trokken met olijftakken de Heer tegemoet, roepend en zingend: Hosanna in den hoge. !Psalmus 23:1-2; 23:7-10 v. De Heer behoort de aarde met al wat zij bevat, * de wereld en die er op wonen. Want Hij heeft haar op de zeeën gegrondvest, * en legde haar vast op de stromen. Ant. De kinderen der Hebreën trokken met olijftakken de Heer tegemoet, roepend en zingend: Hosanna in den hoge. v. Poorten, uw bogen omhoog, omhoog, gij aloude poorten, * opdat de Koning der glorie zijn intrede doe! Wie is de Koning der glorie? * De Heer, de Sterke en de Machtige, de Heer, de Held in de strijd. Ant. De kinderen der Hebreën trokken met olijftakken de Heer tegemoet, roepend en zingend: Hosanna in den hoge. v. Poorten, uw bogen omhoog, omhoog, gij aloude poorten, * opdat de Koning der glorie zijn intrede doe! Wie is de Koning der glorie? * De Heer der heerscharen, Hij is de Koning der glorie. Ant. De kinderen der Hebreën trokken met olijftakken de Heer tegemoet, roepend en zingend: Hosanna in den hoge. $Gloria Ant. De kinderen der Hebreën trokken met olijftakken de Heer tegemoet, roepend en zingend: Hosanna in den hoge. _ _ !Psalmus 46 Ant. De kinderen der Hebreën spreidden hun klederen op de weg en riepen zingend: Hosanna, Zoon van David. Gezegend, die komt in de Naam des Heren. v. Alle volkeren, klapt in de handen, * juicht uitbundig voor God. Want de Heer is verheven en ontzaglijk, * de grote koning van geheel de aarde. Ant. De kinderen der Hebreën spreidden hun klederen op de weg en riepen zingend: Hosanna, Zoon van David. Gezegend, die komt in de Naam des Heren. v. Hij heeft volkeren aan ons onderworpen * en stammen aan onze voeten neergelegd. Hij heeft voor ons een erfdeel uitgekozen, * de trots van Jacob, die Hij liefheeft. Ant. De kinderen der Hebreën spreidden hun klederen op de weg en riepen zingend: Hosanna, Zoon van David. Gezegend, die komt in de Naam des Heren. v. God bestijgt zijn troon onder gejubel, * de Heer onder bazuingeschal. Zingt voor de Heer, zingt, * zingt voor onze koning, zingt. Ant. De kinderen der Hebreën spreidden hun klederen op de weg en riepen zingend: Hosanna, Zoon van David. Gezegend, die komt in de Naam des Heren. v. Want God is de koning van heel de aarde, * zingt een loflied. God heerst over de volkeren, * God zetelt op zijn heilige troon. Ant. De kinderen der Hebreën spreidden hun klederen op de weg en riepen zingend: Hosanna, Zoon van David. Gezegend, die komt in de Naam des Heren. v. De vorsten der volkeren zijn samengekomen * met het volk van Abrahams God. Want aan God zijn de heersers der aarde onderworpen: * Hij is hoogverheven. Ant. De kinderen der Hebreën spreidden hun klederen op de weg en riepen zingend: Hosanna, Zoon van David. Gezegend, die komt in de Naam des Heren. $Gloria Ant. De kinderen der Hebreën spreidden hun klederen op de weg en riepen zingend: Hosanna, Zoon van David. Gezegend, die komt in de Naam des Heren. ! Quæ si non sufficiant, repetantur quousque distributio finiatur; si ! autem finiatur prius, clauditur cum Gloria Patri, et repetitur ! antiphona. _ _ !!De lectione Evangelica ! Ramorum distributione peracta, et abaco remoto, celebrans lavat ! manus, nihil dicens; deinde, ascendens altare, osculatur illud in medio, ! et ponit incensum in thuribulo, more solito. Diaconus defert librum ! Evangeliorum ad altare eumque deponit super illud et fiunt omnia ut in ! Missa quando Evangelium decantandum est. Celebrans omnia peragat, ut de ! more, quando sacerdos solus Missam celebrat in cantu. v. Zuiver mijn hart en mijn lippen, almachtige God, die de lippen van de profeet Isaias met een gloeiende kool hebt gezuiverd. Wil mij ook door uw genadige erbarming zo zuiveren, dat ik uw heilig Evangelie waardig kan verkondigen. Door Christus, onze Heer. Amen. ! Postea accipit librum de Altari, et rursus genuflexus petit benedictionem a Sacerdote, dicens: D. Gewaardig U mij te zegenen, o Heer. !Sacerdos respondet: S. Moge de Heer in mijn hart zijn en op mijn lippen, opdat ik waardig en naar behoren zijn Evangelie verkondig. Amen. ! Et, accepta benedictione, osculatur manum Celebrantis: et cum aliis Ministris, incenso et luminaribus a ccedens ad locum Evangelii, stans junctis manibus, dicit: $Dominus vobiscum !! Evangelium Vervolg ++ van het heilig Evangelie volgens Mattheüs. R. Eer zij U, o Heer. !Matt 21:1-9 In die tijd naderde Jezus Jeruzalem, en toen Hij in de nabijheid van Bethphage bij de Olijfberg gekomen was, zond Hij twee van zijn leerlingen met de opdracht: Gaat naar het dorp, dat daar voor u ligt; daar zult gij dadelijk een ezelin vinden, die vastgebonden staat met een veulen er bij; die moet gij los maken en Mij hier brengen. En als soms iemand u wat zegt, geef dan ten antwoord: De Heer heeft ze nodig, maar Hij zal ze aanstonds terugsturen. Dit alles geschiedde, opdat in vervulling zou gaan, wat door de profeet was voorzegd: “Zegt aan Sions dochter: Zie, uw Koning komt tot u, zachtzinnig, en gezeten op een ezelin, op een veulen, het jong van een lastdier!” De leerlingen gingen dan heen en deden, zoals Jezus hun bevolen had. Zij brachten de ezelin en het veulen mede, legden hun mantels er op, en lieten Hem daarop plaats nemen. De talrijke menigte spreidde hun mantels uit op de weg; en anderen sneden takken van de bomen en strooiden die over de weg. En de scharen, die voorop gingen en volgden, riepen luide: Hosanna de Zoon van David! Gezegend Hij, die komt in de Naam des Heren! R. Lof zij U, o Christus! S. Mogen door de woorden van het Evangelie onze zonden gedelgd worden. ! Evangelio finito, subdiaconus defert librum osculandum celebranti, qui non incensatur a diacono. _ _ !!De processione cum ramis benedictis ! His peractis, celebrans ponit incensum in thuribulo, more solito. Deinde diaconus, vertens se ad populum, dicit: V. Laat ons in vrede op weg gaan. ! Respondent omnes: R. In de Naam van Christus. Amen. _ ! Et incipit processio. Præcedit thuriferarius ! cum thuribulo fumigante, deinde alter ! subdiaconus paratus, vel acolythus, aut unus ! ex ministrantibus, deferens crucem non velatam, ! medius inter duos acolythos, vel ministrantes ! cum candelabris accensis; sequitur ! clerus per ordinem, ultimo celebrans ! cum diacono et subdiacono, post eos fideles, ! ramos benedictos manibus gestantes. ! Processio dirigatur, si fieri potest, extra ! ecclesiam, per aliquam viam longiorem. ! Sicubi vero habeatur altera ecclesia, in qua ! ramorum benedictio commode peragi possit, ! nihil impedit, quominus benedictio eorum ! ibi fiat, et deinde processio pergat ad ! ecclesiam principalem. ! Incipiente processione, cantari possunt ! antiphonæ sequentes, omnes, vel aliquæ, ! pro opportunitate. v. De menigte trekt met bloemen en palmen de Verlosser tegemoet en zij betuigen de triomferende Overwinnaar op passende wijze hun hulde. De volken juichen Hem toe als Zoon van God, en Christus ter ere daveren de kreten ten hemel: Hosanna in den hoge. _ v. Laten wij als de engelen en de kinderen ons geloof tonen en de Overwinnaar van de dood toezingen: Hosanna in den hoge. _ v. Een grote menigte, die voor het feest was bijeengekomen, riep de Heer toe: Gezegend, Gij die komt in de Naam des Heren. Hosanna in den hoge. _ !Luc 19:37, 38 v. En heel de menigte daalde af en begon vol vreugde en met luider stemme God te loven om alle wonderen, die zij gezien hadden, en zij zeiden: “Gezegend de Koning, die komt in de Naam des Heren; vrede op aarde, eer in den hoge.” ! Progrediente processione, cantatur sequens ! hymnus, populo, si fieri potest, duos ! primos versus continuo repetente, ut infra ! notatur. _ _ !!Hymnus ad Christum Regem _ ! Chorus: v. Roem, lof en eer zij U, Christus, Koning en Verlosser. Een krans van knapen zong U een vroom Hosanna. ! Omnes: Roem, lof en eer zij U, Christus, Koning en Verlosser. Een krans van knapen zong U een vroom Hosanna. ! Chorus: v. Koning van Israël zijt Gij, en ongerepte Zoon van David. Gij, die komt in de Naam des Heren, gezegende Koning. ! Omnes: Roem, lof en eer zij U, Christus, Koning en Verlosser. Een krans van knapen zong U een vroom Hosanna. ! Chorus: v. Heel het hemelkoor prijst U daarboven. En de mens op aarde, met al wat geschapen is. ! Omnes: Roem, lof en eer zij U, Christus, Koning en Verlosser. Een krans van knapen zong U een vroom Hosanna. ! Chorus: v. Het volk der Hebreën trok U met palmen tegen. Zie ons met gebeden, wensen en zang nu voor U ! Omnes: Roem, lof en eer zij U, Christus, Koning en Verlosser. Een krans van knapen zong U een vroom Hosanna. ! Chorus: v. Zij losten hun plicht tot lof in op uw weg naar het lijden. Wij wijden U ons lied, nu Gij heerst in uw rijk. ! Omnes: Roem, lof en eer zij U, Christus, Koning en Verlosser. Een krans van knapen zong U een vroom Hosanna. ! Chorus: v. Zij waren U welgevallig, moge onze godsvrucht U behagen. Goede Koning, meedogende Koning, wie al wat goed is behaagt. ! Omnes: Roem, lof en eer zij U, Christus, Koning en Verlosser. Een krans van knapen zong U een vroom Hosanna. _ _ Ant. Allen prijzen uw Naam en zeggen: “Gezegend Hij, die komt in de Naam des Heren. Hosanna in den hoge.” !!Psalmus 147 v. Loof, Jeruzalem, de Heer, * loof uw God, o Sion. Want hecht heeft Hij gemaakt de grendels van uw poorten, * uw zonden binnen uw muren gezegend. Hij schonk vrede aan uw gebied, * verzadigt u met bloem van tarwe. Hij zendt zijn bevel uit naar de aarde, * haastig ijlt zijn uitspraak heen. Hij doet de sneeuw vallen als vlokken van wol, * Hij strooit de rijp uit als as. Hij werpt zijn ijskristallen neer als kruimels brood, * van zijn koude stollen de wateren. Hij geeft zijn bevel en doet ze weer smelten; * Hij doet de wind waaien, en de wateren stromen. Hij maakte zijn Wet aan Jacob bekend, * zijn bevelen en voorschriften aan Israël. Zo deed Hij voor geen ander volk, * hun openbaarde Hij zijn wetten niet. $Gloria Ant. Allen prijzen uw Naam en zeggen: “Gezegend Hij, die komt in de Naam des Heren. Hosanna in den hoge.” _ _ v. Temidden van het palmengewuif werpen wij ons aan de voeten van de Heer, die komt. Laten wij allen Hem onder lofgezang tegemoet gaan en Hem jubelend toezingen: “Gezegend de Heer.” v. Gegroet, onze Koning, Zoon van David, Verlosser der wereld; de profeten voorspelden, dat Gij zoudt komen als de Zaligmaker van Israëls huis. Want Gij werd door de Vader op de wereld gezonden om het heilbrengend slachtoffer te zijn. Alle heiligen verwachtten U vanaf de oorsprong der wereld, en nu zingen zij: “Hosanna de Zoon van David. Gezegend Hij, die komt in de Naam des Heren. Hosanna in den hoge.” ! Nihil impedit, quominus cantetur a ! fidelibus hymnus Christus vincit, vel alius ! cantus in honorem Christi Regis. _ _ ! Intrante processione in ecclesiam, ! dum celebrans per valvas ecclesiæ transit, ! incipitur ultima antiphona. v. Toen de Heer de heilige stad binnentrok, verkondigden de kinderen der Hebreën de verrijzenis van het leven * en zongen, met palmtakken wuivend: Hosanna in den hoge. V. Toen het volk hoorde, dat Jezus naar Jeruzalem kwam, trokken zij Hem tegemoet * en zongen, met palmtakken wuivend: Hosanna in den hoge. _ _ ! Celebrans, cum ad altare advenerit, ! facta debita reverentia, illud ascendit cum ministris ! sacris, et, stans medius inter illos, versus ! populum, clerico librum tenente, dicit, ! in tono feriali, orationem ad complendam ! processionem, manibus iunctis. ! Ministrantes serviunt ad librum, et ! omnia fiunt, ut supra dictum est. $Dominus vobiscum v. Laat ons bidden. Heer Jezus Christus, onze Koning en Zaligmaker, te uwer ere hebben we met deze palmen in de hand plechtige lofliederen gezongen. Wees ons genadig en doe uw zegen en genade neerdalen op alle plaatsen, waarheen deze palmen gebracht zullen worden. Verdrijf alle boosheid en listen des duivels, en moge uw rechterhand hen beschermen, die door U verlost zijn. Die leeft en heerst door de eeuwen der eeuwen. ! Omnes: R. Amen. ! Oratione finita, celebrans et ministri, ! facta debita altari reverentia, deponunt paramenta ! rubea, assumentes, pro Missa, violacea. ! Rami non tenentur manibus, dum in ! Missa historia Passionis Domini cantatur ! vel legitur. [Introitus] !Ps 21:20 en 22 v. Heer, weiger mij uw hulp toch niet. Zie toe om mij te beschermen. Bevrijd mij uit de muil van de leeuw. Red mij in mijn ellende van de hoorn des eenhoorns. !Ps 21:2 O God, mijn God, zie op mij neer. Waarom hebt Gij mij verlaten? De stem van mijn zonden houdt mij ver verwijderd van mijn heil. v. Heer, weiger mij uw hulp toch niet. Zie toe om mij te beschermen. Bevrijd mij uit de muil van de leeuw. Red mij in mijn ellende van de hoorn des eenhoorns. [Oratio] Almachtige, eeuwige God, Gij hebt om de mensen een voorbeeld van nederigheid ter navolging te geven, onze Verlosser een lichaam laten aannemen en de kruisdood doen ondergaan. Laat ons in uw goedheid de les van geduld verstaan en deel hebben aan de verrijzenis. $Per eumdem [Lectio] Lezing uit de Brief van de heilige Apostel Paulus aan de Philippenzen !Phil 2:5-11 Broeders, laat in u dezelfde gezindheid leven, die er was in Christus Jezus. Daar Hij goddelijk was van wezen, was het voor Hem niet onrechtmatig aan God gelijk te willen zijn; maar toch heeft Hij Zich zelf vernietigd, door het wezen aan te nemen van een slaaf, door gelijk te worden aan de mensen, en uiterlijk te zijn als een mens. Hij heeft Zich zelf vernederd door gehoorzaam te worden tot de dood, ja zelfs tot de dood aan het kruis, Maar daarom ook heeft God Hem hoog verheven en Hem de Naam gegeven, die iedere naam te boven gaat, (Hier knielt men.) opdat in de Naam van Jezus iedere knie zich buige, in de hemel, op de aarde of onder de aarde, en iedere tong belijde, dat Jezus Christus, de Heer, in de glorie is van God de Vader. [Graduale] !Ps 72:24 en 1-3 Gij houdt mij vast aan mijn rechterhand, Gij leidt mij naar uw welbehagen en zult mij opnemen in uw glorie. V. Hoe goed is God voor Israël, voor hen die oprecht zijn van harte! En toch, haast wankelden mijn voeten, haast gleden mijn schreden uit. Want ik benijdde de goddelozen, toen ik de vrede dier bozen zag. _ !Tractus 21:2-9, 18, 19, 22, 24, 32 O God, mijn God, zie op Mij neer. Waarom hebt Gij Mij verlaten? V. De stem van mijn zonden houdt Mij ver verwijderd van mijn heil. V. Mijn God, bij dag roep Ik U aan en Gij verhoort Mij niet; des nachts en Ik reken het Mij niet tot zondige dwaasheid. V. Toch woont Gij in het heiligdom, Gij, de roem van Israël. V. Op U vertrouwden onze vaderen. Zij vertrouwden op U en Gij hebt hen bevrijd. V. Zij riepen U aan en werden gered. Zij vertrouwden op U en werden niet beschaamd. V. Maar Ik ben een worm en geen mens, de smaad der mensen, de verachting van het volk. V. Allen die Mij zien, spotten met Mij, vertrekken de lippen en schudden het hoofd. V. Hij vertrouwt op de Heer. Laat Die Hem verlossen, laat Die Hem redden, want Hij heeft Hem lief. V. Zij slaan Mij gade en beschouwen Mij. Zij verdelen mijn klederen onder elkander en werpen het lot over mijn gewaad. V. Bevrijd Mij uit de muil van de leeuw. Red Mij in mijn ellende van de hoorn des eenhoorns. V. Looft de Heer, gij allen, die Hem vreest. Verheerlijkt Hem, heel het geslacht van Jacob. V. Het komend geslacht zal zich aanmelden bij de Heer en de hemelen zullen zijn gerechtigheid verkondigen. V. Aan het volk, dat nog geboren wordt, en dat de Heer heeft gemaakt. [Evangelium] @:Munda Cor Passionis _ v.~ @:Evangelium1 @Tempora/Quad6-0:Evangelium3 [Evangelium1] Lijdensverhaal van onze Heer Jezus Christus volgens Mattheüs !Matt 26:36-75; 27:1-60 [Offertorium] @Tempora/Pent02-5 [Secreta] Wij vragen U, Heer, laat de gave, die wij onder het oog van uw Majesteit hebben opgedragen, ons de genade van godsvrucht verwerven en de verwezenlijking van een gelukkige eeuwigheid. $Per Dominum [Communio] !Matt 26:42 Vader, als deze kelk niet kan voorbijgaan, zonder dat Ik hem drink, laat dan uw wil geschieden. [Postcommunio] Moge, Heer, door de werking van dit geheim onze zonden uitgewist en onze rechtmatige verlangens vervuld worden. $Per Dominum [Munda Cor Passionis] Zuiver mijn hart en mijn lippen, almachtige God, die de lippen van de profeet Isaias met een gloeiende kool hebt gezuiverd. Wil mij ook door uw genadige erbarming zo zuiveren, dat ik uw heilig Evangelie waardig kan verkondigen. Door Christus, onze Heer. Amen. D. Gewaardig U mij te zegenen, o Heer. S. Moge de Heer in uw hart zijn en op uw lippen, opdat gij waardig en naar behoren zijn Evangelie verkondigt. In de Naam van de Vader en de Zoon + en de Heilige Geest. Amen. D. Amen.