[Officium] Feria Secunda infra Hebdomadam IV in Quadragesima [Rule] no Gloria Suffragium=Sanctorum;Vivis;; Super popul [Introitus] !Ps 53:3-4 v. Red mij, o God, door uw Naam en bevrijd mij door uw kracht. God, verhoor mijn gebed. Luister naar de woorden van mijn mond. !Ps 53:5 Want vreemden zijn tegen mij opgestaan en sterken staan mij naar het leven. &Gloria v. Red mij, o God, door uw Naam en bevrijd mij door uw kracht. God, verhoor mijn gebed. Luister naar de woorden van mijn mond. [Oratio] Wij vragen U, almachtige God, laat ons, die als ieder jaar met godsvrucht de heilige vasten onderhouden, U naar lichaam en ziel welgevallig zijn. $Per Dominum [Lectio] Lezing uit het derde Boek der Koningen !3 Reg 3:16-28 In die dagen kwamen er twee zondige vrouwen tot koning Salomon; en toen zij vóór hem stonden, sprak de ene: Och, heer; ik en deze vrouw wonen samen in één huis, en bij haar in de kamer bracht ik een kind ter wereld. Maar de derde dag na mijn bevalling bracht ook zij een kind ter wereld; en wij waren samen, en behalve wij beiden was er niemand anders bij ons in huis. Nu stierf in de nacht het kind van deze vrouw; in haar slaap drukte zij het namelijk dood. En in het holle van de nacht stond zij in stilte op, nam mijn kind naast mij weg, terwijl ik, uw dienares, sliep, en legde het naast zich neer; en het dode kind legde zij bij mij. En toen ik 's morgens opstond, om mijn kind te voeden, bleek het, dat het dood was. Maar toen ik het nauwkeuriger bezag bij klaarlichte dag, bemerkte ik, dat het niet het kind was, dat ik ter wereld had gebracht. De andere vrouw echter gaf ten antwoord: Het is niet zoals gij zegt; maar uw kind is dood en het mijne leeft. De eerste daarentegen zeide: Gij liegt; want mijn kind leeft en het uwe is dood. Zo bleven zij twisten voor de koning. Toen sprak de koning: Deze zegt: Mijn kind leeft en uw kind is dood; en de andere daarentegen: Neen; maar uw kind is dood en mijn kind leeft. Daarom sprak de koning: Haal mij een zwaard. En toen men de koning het zwaard gebracht had, zeide hij: Verdeelt het levende kind in twee stukken, en geef aan ieder van beiden de helft. Maar de vrouw, van wie het levende kind was, zeide tot de koning [want haar hart werd ontroerd om haar kind]: Ik bid u, heer, geef dan het levende kind maar aan haar en maak het niet dood. De andere daarentegen zeide: Dan moeten wij het maar geen van beiden hebben; verdeel het maar. De koning nam het woord en sprak: Geeft aan de eerste het levende kind en doodt het niet; want zij is er de moeder van. Zo hoorde heel Israël de uitspraak, die de koning had gedaan, en zij werden van vrees voor de koning vervuld, daar zij zagen, dat hij met de wijsheid Gods was toegerust om recht te spreken. [Graduale] !Ps 30:3 Wees voor mij een God, die mij beschermt, een toevluchtsoord, waar Gij mij redt. !Ps 70:1 God, op U vertrouw ik. In eeuwigheid zal ik niet beschaamd worden, o Heer. _ !Tractus !Ps 102:10 Heer, behandel ons niet naar onze zonden, die wij bedreven. Vergeld ons niet naar onze schuld. !Ps 78:8-9 Ach, Heer, denk toch niet meer aan onze vroegere zonden. Moge uw barmhartigheid ons spoedig tegemoet treden, want wij zijn ellendig bovenmate. (Hier maakt men een kniebuiging.) V. Help ons, o God, onze Redder. Verlos ons, Heer, om de eer van uw Naam. Om wille van uw Naam, vergeef ons onze zonden. [Evangelium] Vervolg ++ van het heilig Evangelie volgens Johannes !Joann 2:13-25 In die tijd was het Paasfeest der Joden nabij en Jezus trok op naar Jeruzalem. Daar trof Hij in de tempel de handelaars in runderen, schapen en duiven en de geldwisselaars, die daar zaten. Toen maakte Hij van koorden een soort zweep en dreef allen de tempel uit met hun schapen en runderen; en het geld van de wisselaars wierp Hij over de grond en hun tafels stootte Hij omver. En tot de duivenhandelaars sprak Hij: Doet die dingen hier weg en maakt van het huis van mijn Vader geen huis van koophandel. Zijn leerlingen echter bedachten, dat er geschreven staat: “De ijver voor uw huis heeft Mij verteerd.” Toen richtten de Joden zich tot Hem met de vraag: Wat voor teken toont Gij ons, om aldus op te treden? Jezus gaf hun ten antwoord: Breekt deze tempel af, en in drie dagen zal Ik hem weer opbouwen. Maar de Joden zeiden: Zes en veertig jaar is er aan deze tempel gebouwd, en Gij wilt hem in drie dagen weer opbouwen? Hij echter sprak over de tempel van zijn lichaam. En toen Hij van de doden verrezen was, herinnerden zijn leerlingen zich, dat Hij dit gezegd had; en zij schonken geloof aan de Schrift en aan het woord, dat Jezus gesproken had. Toen Hij nu gedurende het Paasfeest in Jeruzalem verbleef, geloofden er velen in zijn Naam, omdat zij de tekenen zagen, die Hij verrichtte. Jezus zelf echter vertrouwde Zich niet aan hen toe, omdat Hij allen kende, en het niet nodig was, dat men Hem over iemand getuigenis aflegde; want zelf wist Hij, wat er in de mens was. [Offertorium] @Tempora/Epi1-0a [Secreta] Heer, laat dit offer, dat wij U opdragen, ons steeds nieuw leven geven en nieuwe kracht. $Per Dominum [Communio] !Ps 18:13, 14 Reinig mij, Heer, van mijn zonden, die ik mij niet bewust ben en behoed uw dienaar voor vreemde zonden. [Postcommunio] Nu wij uw heilsgeheimen genuttigd hebben, Heer, vragen wij U, laat ons inniger deel hebben aan de eeuwige verlossing. $Per Dominum [Super populum] !Oratio super populum v. Laat ons bidden. v. Buigt nederig uw hoofd voor God. v. Wij vragen U, Heer, verhoor goedgunstig ons smeken en verleen uw beschermende hulp aan hen, die Gij de behoefte doet gevoelen tot U te smeken. $Per Dominum