[Officium] Dominica IV in Quadragesima [Rule] no Gloria Credo Prefatio=Quad Suffragium=Sanctorum;Vivis;; [Introitus] !Is 66:10 en 11 v. Verheug u, Jeruzalem, komt tezamen, allen die haar bemint. Verheugt u zeer, die droef geweest zijt, opdat gij moogt juichen en u verzadigen aan de overvloed van uw troost. !Ps 121:1 Ik was verheugd toen men mij zeide: wij trekken op naar 's Heren huis. &Gloria v. Verheug u, Jeruzalem, komt tezamen, allen die haar bemint. Verheugt u zeer, die droef geweest zijt, opdat gij moogt juichen en u verzadigen aan de overvloed van uw troost. [Oratio] Wij vragen U, almachtige God, laat ons, die naar verdienste om onze daden geslagen worden, in de troost van uw genade mogen herademen. $Per Dominum [Lectio] Lezing uit de Brief van de heilige Apostel Paulus aan de Galaten !Gal 4:22-31 Broeders, er staat geschreven, dat Abraham twee zonen had: één bij zijn slavin, en één bij zijn vrijgeboren vrouw. Maar die van de slavin werd geboren op gewoon-natuurlijke wijze; die van de vrije vrouw echter krachtens de belofte. Deze dingen hebben een diepere zin. Het zijn twee verbonden. Het ene is van de berg Sinaï; het brengt slavenkinderen voort. En dat is Agar; want de berg Sinaï is gelegen in Arabië. - En deze houdt verband met het Jeruzalem van thans, dat immers met haar kinderen verkeert in slavernij. Maar het andere, het Jeruzalem van boven, is vrij; en dat is de moeder van ons. Er staat immers geschreven: “Verblijd u, gij onvruchtbare, die geen kinderen voortbrengt; breek uit in gejubel, gij, die geen moedersmart kent; want de kinderen van de vrouw, die verlaten staat, zijn talrijker dan die van haar, die de man bij zich heeft.” En wij, broeders, wij zijn – evenals Isaäc – kinderen van belofte. Maar zoals destijds de zoon, die naar het vlees geboren was, de ander vervolgde, die was geboren naar de geest, zo geschiedt het ook nu. - Maar wat zegt de Schrift? “Jaag de slavin met haar zoon weg; want de zoon van de slavin zal niet meeërven met de zoon van de vrije vrouw.” Derhalve, broeders, wij zijn geen slavenkinderen, maar kinderen van de vrije vrouw. En deze vrijheid heeft Christus ons bewerkt. [Graduale] !Ps 121:1, 7 Ik was verheugd toen men mij zeide: Wij trekken op naar 's Heren huis. V. Vrede zij u in uw veste en overvloed in uw torens. _ !Tractus !Ps 124:1-2 Wie op de Heer vertrouwen, zijn als de berg Sion. Niet wankelen in eeuwigheid zal hij, die woont in Jeruzalem. V. Bergen omringen haar en zo omgeeft de Heer zijn volk van nu af tot in eeuwigheid. [Evangelium] Vervolg ++ van het heilig Evangelie volgens Johannes !Joann 6:1-15 In die tijd begaf Jezus zich naar de overzijde van het meer van Galilea of Tiberias. En een grote menigte volgde Hem, omdat zij de wonderen zagen, die Hij aan de zieken verrichtte. Dan besteeg Jezus het gebergte en zette zich daar neder met zijn leerlingen. Het was kort voor Pasen, het grote feest van de Joden. Toen Jezus de ogen opsloeg en zag, dat er zeer veel volk tot Hem kwam, zeide Hij tot Filippus : Waar zullen wij brood kopen, opdat zij wat te eten hebben? Hij zeide dit echter, om hem op de proef te stellen, want Hij voor Zich wist wel, wat Hij zou doen. Filippus gaf Hem ten antwoord: Voor tweehonderd tienlingen brood is nog niet genoeg voor hen, om ieder ook maar een weinig te kunnen krijgen! Toen zeide Hem een van zijn leerlingen, Andreas, de broeder van Simon Petrus: Hier is een jongen, die vijf gerstebroden heeft en twee vissen; maar wat betekent dat voor zovelen! Jezus zeide: Laat de mensen gaan zitten. – Er was namelijk veel gras daar ter plaatse. – Zij zetten zich dan neder, de mannen ongeveer vijfduizend in getal. Toen nam Jezus de broden, sprak een dankgebed en deelde er van uit aan hen, die daar gezeten waren; eveneens ook van de vissen, zoveel als ieder wenste. En toen zij verzadigd waren, zeide Hij tot zijn leerlingen: Verzamelt de overgebleven brokken, opdat ze niet verloren gaan! Zij verzamelden ze dan, en vulden twaalf korven met brokken, die er van de vijf gerstebroden waren overgebleven, nadat zij gegeten hadden. Toen nu die mensen het wonder zagen, dat Jezus verricht had, zeiden zij: Deze is werkelijk de Profeet, die in de wereld moet komen! Maar Jezus begreep, dat zij zouden komen, om Hem mee te nemen en koning te maken; daarom trok Hij Zich weer terug in het gebergte, Hij alleen. [Offertorium] !Ps 134:3, 6 Looft de Heer, want Hij is goed. Bezingt zijn Naam, want die is lieflijk. Al wat Hij wil, volbrengt Hij in hemel en op aarde. [Secreta] Wij vragen U, Heer, geef genadig acht op deze offeranden, opdat zij zowel onze godsvrucht als onze zaligheid ten goede komen. $Per Dominum [Communio] !Ps 121:3-4 Jeruzalem, dat gebouwd is als een stad, in haar delen tot eenheid verbonden: daarheen toch trekken de stammen op, de stammen des Heren, om uw Naam te prijzen, o Heer. [Postcommunio] Wij vragen U, goedertieren God, laat ons uw heilige geheimen, waarmee wij steeds weer verzadigd worden, met oprechte eerbied behandelen en altijd met een gelovig gemoed ontvangen. $Per Dominum