[Officium] Feria Quarta infra Hebdomadam III in Quadragesima [Rule] no Gloria Suffragium=Sanctorum;Vivis;; Super popul [Introitus] !Ps 30:7-8 v. Maar ik zal vertrouwen op de Heer. Ik zal juichen en mij verblijden om uw barmhartigheid, want Gij hebt neergezien op mijn ellende. !Ps 39:2 Op U, o Heer, vertrouw ik. In eeuwigheid zal ik niet beschaamd worden. Bevrijd en red mij in uw gerechtigheid. &Gloria v. Maar ik zal vertrouwen op de Heer. Ik zal juichen en mij verblijden om uw barmhartigheid, want Gij hebt neergezien op mijn ellende. [Oratio] Wij vragen U, o Heer, geef ons de genade een les te trekken uit het heilzame vasten en ons ook van onze schuldige gebreken te onthouden, om zo gemakkelijker vergiffenis van u te verkrijgen. $Per Dominum [Lectio] Lezing uit het Boek van de Uittocht !Exod 20:12-24 Dit zegt God, de Heer: Eer uw vader en uw moeder, opdat gij lang moogt leven in het land, dat de Heer, uw God, u zal geven. Gij zult niet doodslaan. Gij zult geen echtbreuk plegen. Gij zult niet stelen. Gij zult tegen uw naaste geen vals getuigenis geven. Gij zult het huis van uw naaste niet begeren; gij zult niet verlangen naar zijn vrouw, niet naar zijn dienstknecht of zijn dienstmeid, niet naar zijn os of zijn ezel, noch iets wat hem toebehoort. En geheel het volk nam de donder waar en de blikseminslagen, het bazuingeschal en de rokende berg; en met schrik en angst geslagen bleven zij van verre staan; en zij zeiden tot Mozes: Spreek gij tot ons en wij zullen luisteren: maar laat de Heer niet tot ons spreken, anders zullen wij het besterven. Maar Mozes antwoordde aan het volk: Vreest niet; want om u op de proef te stellen is God gekomen, en om u met vrees te vervullen, opdat gij niet zoudt zondigen. En het volk bleef van verre staan. Maar Mozes naderde tot de donkere wolk, waarin God aanwezig was. Verder sprak de Heer tot Mozes: Dit moet gij aan de kinderen van Israël zeggen: Gij hebt gezien, dat Ik vanuit de hemel tot u gesproken heb. Gij moogt u geen goden maken van zilver of van goud. Een altaar van aarde zult gij Mij oprichten, om daarop uw brandoffers en uw dankoffers op te dragen, uw schapen en runderen, - op elke plek, die de herinnering draagt aan mijn Naam. [Graduale] !Ps 6:3-4 Ontferm U over mij, o Heer, want ik verkwijn. Genees mij, Heer. V. Mijn gebeente is ontwricht en mijn ziel is diep geschokt. _ !Tractus !Ps 102:10 Heer, behandel ons niet naar onze zonden, die wij bedreven. Vergeld ons niet naar onze schuld. !Ps 78:8-9 Ach, Heer, denk toch niet meer aan onze vroegere zonden. Moge uw barmhartigheid ons spoedig tegemoet treden, want wij zijn ellendig bovenmate. (Hier maakt men een kniebuiging.) V. Help ons, o God, onze Redder. Verlos ons, Heer, om de eer van uw Naam. Om wille van uw Naam, vergeef ons onze zonden. [Evangelium] Vervolg ++ van het heilig Evangelie volgens Mattheüs !Matt 15:1-20 In die tijd kwamen er schriftgeleerden en farizeën uit Jeruzalem tot Jezus en zij zeiden: Waarom overtreden uw leerlingen de overlevering van de vaderen? Want zij wassen hun handen niet, als zij gaan eten. Maar Hij gaf hun ten antwoord: Waarom overtreedt gij zelf het gebod van God om wille van uw overlevering? Want God heeft gezegd: “Eert uw vader en uw moeder;” en “Wie vader of moeder vervloekt, zal de dood sterven.” Doch gij zegt: Iemand, die aan zijn vader of moeder verklaart: “Alle offer dat ik breng, moge u ten voordeel zijn,” behoeft zijn vader of zijn moeder niet in ere te houden; en daarmee verijdelt gij om wille van uw overlevering het gebod van God. Schijnheiligen, terecht heeft Isaias reeds van u gezegd: “Dit volk eert Mij met de lippen, maar hun hart is ver van Mij. De eredienst, die zij Mij brengen, is zonder waarde; want zij verkondigen leerstellingen en geboden van mensen.” Dan riep Hij de menigte tot Zich en sprak tot hen: Luistert en tracht het te begrijpen. Wat de mond ingaat, verontreinigt de mens niet; maar wat de mond uitkomt, dat verontreinigt de mens. Toen kwamen zijn leerlingen bij Hem en zeiden: Weet Gij, dat de farizeën zich geërgerd hebben, toen zij dat woord hoorden? Maar Hij antwoordde: Elke aanplanting, die niet door mijn hemelse Vader is aangelegd, zal uitgerukt worden. Laat hen maar begaan. Het zijn blinden en leiders van blinden. En als de ene blinde de andere leidt, vallen zij beiden in de kuil. Toen nam Petrus het woord en vroeg Hem: Geef ons uitleg van die gelijkenis. En Hij antwoordde: Mist ook gij nog alle begrip? Begrijpt gij niet, dat alles, wat de mond ingaat, in het lichaam komt en op zekere plaats wordt uitgeworpen? Maar wat de mond uitgaat, komt uit het hart, en dat verontreinigt de mens; want uit het hart komen de slechte gedachten, doodslag, echtbreuk, onkuisheid, diefstal, valse getuigenis en godslastering. Dat is het, wat de mens verontreinigt. Maar eten met ongewassen handen verontreinigt de mens niet. [Offertorium] !Ps 108:21 Heer, handel met mij volgens uw barmhartigheid, overeenkomstig uw Naam, want zoet is uw goedertierenheid. [Secreta] Wij vragen U, Heer, aanvaard met de offergaven de gebeden van uw volk en verdedig ons, die uw geheimen vieren, tegen alle gevaren. $Per Dominum [Communio] !Ps 15:10 Gij hebt mij de weg naar het leven getoond. Gij zult mij met vreugde vervullen voor uw aanschijn, o Heer. [Postcommunio] Heer, moge het hemels gastmaal, waarmee wij gevoed zijn, ons heiligen, van alle dwalingen zuiveren en ons de hemelse beloften waardig maken. $Per Dominum [Super populum] !Oratio super populum v. Laat ons bidden. v. Buigt nederig uw hoofd voor God. v. Wij vragen U, almachtige God, laat ons, die de genade van uw bescherming afsmeken, van alle kwaal verlost, U zonder vrees mogen dienen. $Per Dominum