[Officium] Feria Quarta Quatuor Temporum Quadragesimæ [Rule] no Gloria Suffragium=Sanctorum;Vivis;; Super popul LectioL1 [Introitus] !Ps 24:6; 24:3; 24:22 v. Gedenk uw goedertierenheid, o Heer, en uw barmhartigheid, die van eeuwigheid zijn. Laat onze vijanden ons nooit overheersen. God van Israël, verlos ons uit al onze kwellingen. !Ps 24:1-2 Tot U, Heer, verhef ik mijn ziel. Mijn God, op U vertrouw ik. &Gloria v. Gedenk uw goedertierenheid, o Heer, en uw barmhartigheid, die van eeuwigheid zijn. Laat onze vijanden ons nooit overheersen. God van Israël, verlos ons uit al onze kwellingen. [LectioL1] Lezing uit het Boek van de Uittocht !Exod 24:12-18 In die dagen sprak de Heer tot Mozes: Kom bij Mij boven op de berg en blijf daar; dan zal Ik u de stenen tafelen geven en de Wet en de geboden, die Ik er op geschreven heb, opdat gij de kinderen van Israël onderricht. Mozes en Josuë, zijn dienaar, maakten zich op, en toen Mozes de berg Gods ging bestijgen, sprak hij tot de ouderlingen: Wacht hier op ons, totdat wij bij u terugkeren. Gij hebt Aäron en Hur bij u: als er zich soms een geschil voordoet, moet gij het hun voorleggen. En toen Mozes was opgeklommen, overdekte de wolk de berg; want de heerlijkheid Gods rustte op de Sinaï en hulde hem in de wolk zes dagen lang; en de zevende dag riep Hij hem vanuit de donkere wolk. En Gods majesteit vertoonde zich voor de ogen van de Israëlieten als een brandend vuur op de top van de berg. En Mozes ging in de wolk binnen en klom verder de berg op; en hij bleef daar veertig dagen en veertig nachten. $Deo gratias [GradualeL1] !Ps 24:17-18 Menigvuldig zijn de kwellingen mijns harten. Bevrijd mij, Heer, van mijn angsten. V. Zie mijn ellende en mijn kwelling en vergeef al mijn zonden. [OratioL1] Wij vragen U, Heer, sla genadig acht op de godsvrucht van uw volk, opdat zij, die hun lichaam door onthouding kastijden, door de vrucht der goede werken naar de geest verkwikt mogen worden. $Per Dominum [Oratio] Wij vragen U, Heer, verhoor goedgunstig onze gebeden en strek uw hand vol majesteit uit tegen alles, wat ons tegenstreeft. $Per Dominum [Lectio] Lezing uit het derde Boek der Koningen !3 Reg 19:3-8 In die dagen kwam Elias te Bersabee in Juda, liet daar zijn knecht achter en ging de woestijn in, een dagreis ver. Daar aangekomen zette hij zich neer onder een braamstruik en vroeg, dat hij zou mogen sterven; en hij zeide: Het is mij nu genoeg, Heer; neem mijn ziel weg; want ik ben niet beter dan mijn vaderen. En hij legde zich neer, en in de schaduw van de braamstruik viel hij in slaap. Maar plotseling stootte een engel des Heren hem aan en zeide tot hem: Sta op en eet. Hij keek op, en daar zag hij bij zijn hoofd een onder de as gebakken brood en een kruik water. Hij at en dronk toen en sliep weer in. Maar de engel des Heren kwam voor een tweede keer terug en stootte hem weer aan met de woorden: Sta op en eet; want een lange reis staat u nog te wachten. En hij stond op, en at en dronk, en door de kracht van die spijze liep hij veertig dagen en veertig nachten, tot aan de berg Gods, de Horeb. [Graduale] !Ps 24:17; 24:18; 24:1-4 Bevrijd mij, Heer, van mijn angsten, zie mijn ellende en mijn kwelling en vergeef mij al mijn zonden. V. Tot U, Heer, verhef ik mijn ziel. Mijn God, op U vertrouw ik. Laat mij niet beschaamd worden, laat mijn vijanden niet de spot met mij drijven. V. Neen, niemand, die op U vertrouwt, zal beschaamd worden. Mogen te schande worden, die dwaasheid bedrijven. [Evangelium] Vervolg ++ van het heilig Evangelie volgens Mattheüs !Matt 12:38-50 In die tijd richtten enigen van de schriftgeleerden en farizeën tot Jezus het woord en zeiden: Meester, wij willen een teken van U zien. En Hij gaf hun ten antwoord: Een boos en overspelig geslacht vordert een teken; maar er zal hun geen ander teken gegeven worden dan het teken van Jonas de profeet. Want zoals Jonas drie dagen en drie nachten doorbracht in het binnenste van het zeemonster, zo zal de Mensenzoon drie dagen en drie nachten blijven in de schoot van de aarde. De mannen van Ninive zullen voor het Gerecht staan samen met dit geslacht, en zij zullen het veroordelen; want zij hebben boete gedaan op de prediking van Jonas. En weet het wel: hier is meer dan Jonas. De koningin van het zuiden zal voor het Gerecht staan samen met dit geslacht, en zij zal het veroordelen; want zij kwam van het uiteinde der aarde om te luisteren naar de wijsheid van Salomon. En weet het wel: hier is meer dan Salomon. Als de onreine geest uit iemand is weggegaan, zwerft hij rond in dorre streken, waar hij zoekt naar rust; maar hij vindt die niet. Dan zegt hij: Ik ga terug naar mijn huis, waar ik ben uitgegaan. En bij zijn komst vindt hij het onbewoond, schoongeveegd en in orde gebracht. Dan gaat hij zeven andere geesten halen, nog bozer dan hij zelf, en zij treden daar binnen en vestigen er hun verblijf. Zo wordt de laatste toestand van die mens nog erger dan de eerste. Zo zal het ook gaan met dit boosaardig geslacht. Terwijl Hij nog bezig was tot de menigte te spreken, stonden onverwachts zijn moeder en broeders aan de deur en wilden Hem spreken. En iemand zeide Hem: Zie, uw moeder en uw broeders staan buiten en vragen naar U. Maar Hij antwoordde degene, die Hem dit mededeelde: Wie is mijn moeder en wie zijn mijn broeders? En Hij strekte zijn hand uit naar zijn leerlingen en sprak: Ziedaar mijn moeder en mijn broeders! Want wie de wil doet van mijn Vader, die in de hemel is, hij is mijn broeder en zuster en moeder. [Offertorium] @Tempora/093-3 [Secreta] Wij dragen U, Heer, een zoenoffer op, opdat Gij ons barmhartig van onze zonden wilt ontslaan en onze wankele harten richten. $Per Dominum [Communio] !Ps 5:2-4 Geef acht op mijn geroep, let op mijn smeekbede, mijn Koning en mijn God, want tot U zal ik bidden, o Heer. [Postcommunio] Heer, moge het ontvangen van uw sacrament ons van onze meest verborgen zonden reinigen en uit de hinderlagen van de vijanden bevrijden. $Per Dominum [Super populum] !Oratio super populum v. Laat ons bidden. v. Buigt nederig uw hoofd voor God. v. Wij vragen U, Heer, verlicht onze geest door een straal van uw licht, opdat wij kunnen zien wat wij moeten doen, en kunnen doen wat juist is. $Per Dominum