[Officium] Dominica I in Quadragesima [Rule] no Gloria Credo Prefatio=Quad Suffragium=Sanctorum;Vivis;; [Introitus] !Ps 90:15; 90:16 v. Hij zal mij aanroepen en Ik zal hem verhoren. Ik zal hem bevrijden en hem eren, Ik zal hem verzadigen met lengte van dagen. !Ps 90:1 Wie onder de hoede van de Allerhoogste woont, blijft onder de bescherming van de God des hemels. &Gloria v. Hij zal mij aanroepen en Ik zal hem verhoren. Ik zal hem bevrijden en hem eren, Ik zal hem verzadigen met lengte van dagen. [Oratio] God, Gij zuivert ieder jaar uw Kerk door de veertigdaagse vasten, laat uw kinderen door goede werken bereiken, wat zij van U trachten te verkrijgen door onthouding. $Per Dominum [Lectio] Lezing uit de tweede Brief van de heilige Apostel Paulus aan de Corinthiërs !2 Cor 6:1-10 Broeders, wij vermanen u te zorgen, dat gij Gods genade niet ontvangt zonder vrucht. Want er staat geschreven: “Op de tijd, die Mij behaagt, ga Ik u verhoren, en op de dag des heils, kom Ik u helpen.” Zie, thans is het de tijd, die Hem behaagt, nu is het de dag van heil. En aan niemand geven wij ook maar de minste aanstoot, opdat er geen smet geworpen worde op ons ambt; maar wij willen ons in alles tonen als dienaren van God, door veel geduld, in wederwaardigheden en noden en moeilijkheden, in geselslagen en gevangenschap en volksoploop, in zwoegen en waken en vasten; door reinheid en kennis - door lankmoedigheid en goedheid; door de Heilige Geest, door ongeveinsde liefde, door prediking van waarheid en door kracht van God; met de wapenen der gerechtigheid in rechter- en linkerhand; onder eer en smaad, - onder kwade of goede naam; als bedriegers, en toch waarachtig, - als onbekend, en toch welbekend; als bijna dood, en zie, wij leven; als geslagen en toch niet gedood; als bedroefde mensen, maar toch altijd blijde; als arm, en toch maken wij velen rijk; als mensen, die niets hebben, en toch alles bezitten. [Graduale] !Ps 90:11-12 Zijn engelen heeft God aangaande u bevolen, u te behoeden op al uw wegen. V. Zij zullen u op de handen dragen om aan geen steen uw voet te stoten. _ !Tractus !Ps 90:1-7; 90:11-16 Wie onder de hoede van de Allerhoogste woont, blijft onder de bescherming van de God des hemels. V. Hij mag spreken tot de Heer: mijn Beschermer en mijn toevlucht zijt Gij, mijn God, op wie ik vertrouw. V. Want Hij zal mij bevrijden uit de strik der jagers en van bittere woorden. V. Met zijn wieken zal Hij u overschaduwen en onder zijn vleugelen zult gij veilig zijn. V. Als met een schild zal zijn trouw u omgeven. Gij zult niet vrezen voor de verschrikking van de nacht. V. Niet voor de pijl, die voortsnort bij dag, noch voor het onheil, dat rondwaart in het duister, noch voor de aanval van de duivel op de middag. V. Daar zullen er duizend vallen aan uw zijde en tienduizend aan uw rechterhand; u zal geen onheil treffen. V. Want aangaande u heeft Hij zijn engelen bevolen, u te behoeden op al uw wegen. V. Zij zullen u op de handen dragen, om aan geen steen uw voet te stoten. V. Op slang en adder zult gij trappen, leeuw en draak zult gij vertreden. V. Omdat hij op Mij heeft vertrouwd, zal Ik hem redden. Ik zal hem beschermen, omdat hij mijn Naam heeft gekend. V. Hij zal Mij aanroepen en Ik zal hem verhoren, in zijn nood ben Ik met hem. V. Ik zal hem bevrijden en eren, Ik zal hem verzadigen met lengte van dagen, hem mijn heil doen aanschouwen. [Evangelium] Vervolg ++ van het heilig Evangelie volgens Mattheüs !Matt 4:1-11 In die tijd werd Jezus door de Geest naar de woestijn gevoerd, om door de duivel bekoord te worden. En na veertig dagen en veertig nachten gevast te hebben, gevoelde Hij tenslotte honger. Toen kwam de bekoorder tot Hem en zeide: Als Gij de Zoon van God zijt, zeg dan, dat deze stenen brood worden. Doch Hij gaf ten antwoord: Er staat geschreven: “De mens leeft niet van brood alleen, maar van ieder woord, dat voortkomt uit de mond van God!” Toen nam de duivel Hem mee naar de heilige stad, en plaatste Hem boven op de tinne van de tempel, en sprak tot Hem: Als Gij de Zoon van God zijt, werp U dan naar beneden; er staat immers geschreven: “Hij heeft over U bevelen gegeven aan zijn engelen; en zij zullen U op de handen dragen, opdat Gij Uw voet niet zoudt stoten aan een steen.” Maar Jezus zeide hem: Oók staat er geschreven: “Gij zult de Heer, uw God, niet op de proef stellen!” Nogmaals nam de duivel Hem mee, naar een zeer hoge berg, en toonde Hem alle koninkrijken der wereld met hun heerlijkheid, en zeide tot Hem: Dit alles zal ik U geven, als Gij neervalt en mij aanbidt. Toen sprak Jezus tot hem: Ga weg, Satan! want er staat geschreven: “De Heer, uw God, zult gij aanbidden en Hem alleen dienen!” Toen ging de duivel van Hem weg, en er kwamen engelen, die Hem dienden. [Offertorium] !Ps 90:4-5 Met zijn wieken zal de Heer u overschaduwen en onder zijn vleugelen zult gij veilig zijn. Als met een schild zal zijn trouw u omgeven. [Secreta] Wij dragen U plechtig het offer op in het begin van de veertigdaagse vasten, en smeken U, o Heer, dat wij door matiger gebruik van voedsel voor het lichaam, ook onze verkeerde neigingen mogen verzwakken. $Per Dominum [Communio] !Ps 90:4-5 Met zijn wieken zal de Heer u overschaduwen en onder zijn vleugelen zult gij veilig zijn. Als met een schild zal zijn trouw u omgeven. [Postcommunio] Moge de heilige voltrekking van uw sacramenten ons nieuw leven instorten, o Heer, ons zuiveren van de oude schuld en doen delen in uw heilsgeheim. $Per Dominum