[Officium] Dominica XXII Post Pentecosten [Rule] Gloria Credo Prefatio=Trinitate Suffr=Sanctorum;Maria3,Ecclesiæ,Papa;; [Introitus] !Ps 129:3-4 v. Als Gij op onze boosheden acht blijft slaan, o Heer, wie zal dan staande blijven? Maar bij U is vergeving, o God van Israël. !Ps 129:1-2 Uit de diepten roep ik tot U, o Heer: Heer, luister naar mijn stem. &Gloria v. Als Gij op onze boosheden acht blijft slaan, o Heer, wie zal dan staande blijven? Maar bij U is vergeving, o God van Israël. [Oratio] God, onze toevlucht en onze kracht, luister naar de vrome beden van uw Kerk, Gij, die zelf de oorsprong zijt van de vroomheid, en laat ons metterdaad verkrijgen, wat wij vol vertrouwen vragen. $Per Dominum [Lectio] Lezing uit de Brief van de heilige Apostel Paulus aan de Philippenzen !Phil 1:6-11 Broeders, wij hebben het vaste vertrouwen in de Heer Jezus, dat Hij, die een goed werk in u begonnen is, het ook tot voltooiing zal brengen tot op de dag van Christus Jezus. Het is toch ook alleszins redelijk, dat ik zó over u allen denk; want het blijft mij steeds in de gedachte, dat gij zowel in mijn gevangenschap als bij de verdediging en bevestiging van het Evangelie allen de deelgenoten waart van mijn blijdschap. God immers is mijn getuige, hoezeer ik naar u allen verlang in de liefde van Jezus Christus. En dit is mijn bede: dat uw liefde meer en meer moge toenemen door kennis en volledig begrip, en gij daardoor tot beter inzicht van het goede moogt komen; opdat gij rein en zonder smet moogt zijn tegen de dag van Christus, rijk beladen met vrucht van gerechtigheid door Jezus Christus tot eer en glorie van God. [Graduale] !Ps 132:1-2 Ziet, hoe goed en heerlijk het is, als broeders samen te wonen! V. Het is als balsem op het hoofd, die afdruipt op de baard, de baard van Aäron. Alleluia, alleluia. !Ps 113:11 Die de Heer vrezen, dat zij op Hem vertrouwen. Hij is hun Helper en Beschermer. Alleluia. [Evangelium] Vervolg ++ van het heilig Evangelie volgens Mattheüs !Matt 22:15-21 In die tijd gingen de farizeën heen en beraadslaagden, hoe zij Jezus met een strikvraag zouden vangen. En zij zonden hun leerlingen op Hem af, samen met de Herodianen, om te vragen: Meester, wij zijn overtuigd, dat Gij oprecht zijt, en de weg Gods naar waarheid leert, en niemand naar de ogen ziet; want Gij kent geen aanzien des persoons. Zeg ons dus: Wat dunkt U: Is het geoorloofd aan de keizer belasting te betalen, of niet? Maar Jezus doorzag hun boos opzet, en zeide: Wat tracht gij Mij op de proef te stellen, huichelaars! Laat mij eens een belastingpenning zien! Zij hielden Hem dan een tienling voor. En Jezus vroeg hun: Van wie is dat beeld en dat opschrift? Zij antwoordden hem: Van de keizer. Toen zeide Hij hun: Geeft dan aan de keizer, wat van de keizer, en aan God, wat van God is. [Offertorium] !Esth 14:12; 14:13 Gedenk mij, o Heer, Heerser over alle macht. Geef mij het juiste woord in de mond, opdat mijn woorden behagen vinden in de ogen van de vorst. [Secreta] Barmhartige God, laat deze heilsofferande ons voortdurend van onze eigen schuld reinigen en tegen alle onheil beschermen. $Per Dominum [Communio] !Ps 16:6 Ik roep U aan, want Gij zult mij verhoren, o God. Neig uw oor naar mij en luister naar mijn smeken. [Postcommunio] Wij hebben, Heer, de gaven van uw heilige geheimen genuttigd en smeken U nederig, dat ons tot hulp in onze zwakheid mag strekken, wat Gij ons bevolen hebt ter gedachtenis aan U te doen. $Qui vivis