[Officium] Dominica XII Post Pentecosten [Rule] Gloria Credo Prefatio=Trinitate Suffr=Sanctorum;Maria3,Ecclesiæ,Papa;; [Introitus] !Ps 69:2-3 v. O God, wees bereid mij te helpen. Heer, snel mij te hulp. Overdek met schande en schaamte mijn vijanden, die mij naar het leven staan. !Ps 69:4 Dat zij vol schaamte terugdeinzen, die kwaad tegen mij beramen. &Gloria v. O God, wees bereid mij te helpen. Heer, snel mij te hulp. Overdek met schande en schaamte mijn vijanden, die mij naar het leven staan. [Oratio] Almachtige en barmhartige God, het is een gave van U, als uw gelovigen U passend en lofwaardig dienen. Wij vragen U, doe ons ongehinderd het beloofde naderen. $Per Dominum [Lectio] Lezing uit de tweede Brief van de heilige Apostel Paulus aan de Corinthiërs !2 Cor 3:4-9 Broeders, zulk een zelfvertrouwen hebben wij door Christus, steunend op God. Niet dat wij uit onszelf bekwaam zijn, om iets uit te denken, alsof het voortkwam van ons zelf; integendeel, al onze bekwaamheid komt van God - van Hem, die ons gemaakt heeft tot bekwame bedienaren van een nieuw verbond, dat niet bestaat in letter, maar in geest. De letter immers brengt de dood, maar de geest maakt levend. Welnu, indien de bediening, die leidde tot de dood en die met letters in stenen gegrift was, met zoveel luister was omgeven, dat de kinderen van Israël Mozes niet in het gezicht konden zien vanwege de glans van zijn gelaat - en deze was toch slechts van voorbijgaande aard - hoe zal dan niet veel meer de bediening van de Geest in heerlijkheid zijn? Want als de bediening, die tot veroordeling voert, reeds zo heerlijk is, dan is toch zeker de bediening, die tot gerechtigheid leidt, veel overvloediger in heerlijkheid. [Graduale] !Ps 33:2-3 Prijzen wil ik de Heer te allen tijde. Steeds zal mijn mond Hem loven. V. In de Heer wil ik roemen. Dat de zachtmoedigen het horen en juichen. Alleluia, alleluia. !Ps 87:2 Heer, mijn God en mijn heil, dag en nacht roep ik tot U. Alleluia. [Evangelium] Vervolg ++ van het heilig Evangelie volgens Lucas !Luc 10:23-37 In die tijd sprak Jezus tot Zijn leerlingen: Zalig de ogen, die zien, wat gij ziet! Want Ik zeg u: vele profeten en koningen hebben er naar verlangd te zien, wat gij ziet, en zij hebben het niet gezien - en te horen, wat gij hoort, en zij hebben het niet gehoord! En zie, er stond een wetgeleerde op, die Hem op de proef wilde stellen door te vragen: Meester, wat moet ik doen, om eeuwig leven te verwerven? En Hij sprak tot hem: Wat staat er geschreven in de Wet? Wat leest gij daar? En de ander gaf ten antwoord: “Gij zult de Heer, uw God, beminnen uit geheel uw hart en met geheel uw ziel en met al uw krachten en met geheel uw verstand - en uw naaste als uzelf.” En Hij zeide hem: Gij hebt goed geantwoord! doe dat, en gij zult leven! De ander nu wilde zich rechtvaardigen, en stelde daarom aan Jezus de vraag: Maar wie is dan mijn naaste? En Jezus hernam en zeide: Een zeker iemand reisde van Jeruzalem naar Jericho, en viel in handen van rovers; deze beroofden hem van alles, en brachten hem vele wonden toe; zo lieten zij hem halfdood liggen, en gingen heen. Toevallig kwam een priester langs dezelfde weg; hij zag hem, maar ging verder. Zo kwam er ook een leviet voorbij; hij zag hem, maar ging verder. Doch een Samaritaan, die op reis was, kwam daar ook voorbij. En toen hij hem zag, kreeg hij medelijden; hij ging naar hem toe, en verbond zijn wonden, terwijl hij er olie en wijn op deed; dan zette hij hem op zijn lastdier, bracht hem naar een herberg, en droeg zorg voor hem. En de volgende dag nam hij twee tienlingen, gaf ze aan de waard, en zeide: Zorg goed voor hem; en wanneer gij nog meer onkosten hebt, zal ik ze u vergoeden, als ik terugkom. Wie van deze drie is naar uw mening de naaste geweest van de man, die in handen van de rovers gevallen was? En hij antwoordde: Diegene, die hem barmhartigheid heeft bewezen. En Jezus zeide hem: Ga dan heen, en doe gij ook zo! [Offertorium] !Exod 32:11 32:13; 32:14 Mozes bad voor het aanschijn van de Heer, zijn God, en zei: Waarom, Heer, zijt Gij vertoornd over uw volk? Houd uw toorn in. Denk aan Abraham, Isaäc en Jacob, aan wie Gij gezworen hebt het land te geven, dat overvloeit van melk en honing. En de Heer zag af van het onheil, waarmee Hij zijn volk had gedreigd. [Secreta] Wij vragen U, Heer, schenk genadig aandacht aan de offergaven, die wij op uw heilige altaren brengen, opdat zij uw Naam verheerlijken door ons vergiffenis te schenken. $Per Dominum [Communio] !Ps 103:13; 103:14-15 Door de vrucht van uw werken wordt de aarde verzadigd, o Heer. Brood brengt Gij voort uit de aarde en wijn, die het hart van de mens tot vreugde stemt. Olie, die zijn gelaat doet glanzen, brood dat het hart van de mens versterkt. [Postcommunio] Wij vragen U, Heer, dat de deelname aan dit heilig geheim ons nieuw leven mag schenken en wij tevens vergeving verwerven en bescherming. $Per Dominum