[Officium] Festum Sanctissimi Corporis Christi [Rule] Gloria Credo Prefatio=Nat (sed rubrica 1960) Prefatio=Communis Sequentia [Introitus] @Tempora/Pasc7-1 [Oratio] God, Gij hebt ons in het wonderbaar Sacrament een gedachtenis van uw lijden nagelaten. Wij vragen U, doe ons zo de heilige geheimen van uw Lichaam en Bloed vereren, dat wij de uitwerking van uw verlossing altijd in ons mogen ervaren. $Qui vivis [Lectio] Lezing uit de eerste Brief van de heilige Apostel Paulus aan de Corinthiërs !1 Cor 11:23-29 Broeders, ik heb immers zelf van de Heer vernomen, wat ik u ook heb meegedeeld, dat de Heer Jezus in de nacht, waarin Hij werd overgeleverd, brood heeft genomen, een zegenbede sprak en het gebroken heeft met de woorden: Neemt en eet; dit is mijn Lichaam, dat voor u zal worden overgeleverd; doet dit ter gedachtenis aan Mij. Evenzo ook de kelk - na de maaltijd - zeggende: Deze Kelk is het Nieuwe Verbond in mijn Bloed; zo dikwijls gij die drinkt, doet het dan ter gedachtenis aan Mij. Want zo dikwijls gij dit Brood eet en die Kelk drinkt, verkondigt gij de dood des Heren, totdat Hij wederkomt. Daarom: alwie onwaardig dit Brood eet of de Kelk des Heren drinkt, zal schuldig zijn aan het Lichaam en Bloed des Heren. Een ieder moet daarom zich zelf onderzoeken en dan eerst van dit Brood eten en van deze Kelk drinken; want wie onwaardig eet en drinkt, eet en drinkt zich zelf de veroordeling, omdat hij het Lichaam des Heren niet weet te onderscheiden. [Graduale] !Ps 144:15-16 De ogen van allen, o Heer, zien vertrouwvol tot U op. Gij geeft hun spijs ten bekwamen tijde. V. Gij opent uw hand en overlaadt al wat leeft met zegeningen. Alleluia, alleluia. !Joann 6:56-57 Mijn Vlees is waarlijk spijs en mijn Bloed is waarlijk drank. Wie mijn Vlees eet en mijn Bloed drinkt, blijft in Mij en Ik in hem. Alleluia. [Sequentia] !Thomæ de Aquino. (infra octavam ad libitum Celebrantis omitti potest, juxta Rubricas.) Prijs, o Sion, uw Verlosser. Prijs uw Leider en uw Herder in uw lied en lofzang. _ Waag u tot de grens van uw vermogen, want boven iedere lof staat Hij. Uw lof zal nooit zijn grootheid naderen. _ Bijzonder stof voor onze lofzang biedt vandaag het levend Brood, dat leven geeft. _ Dat toch - niemand durft hier te twijfelen - was voor de twaalf broeders de gave bij het heilig gastmaal. _ Laat ons loflied rijk zijn, hooggestemd, de juichtoon onzer zielen zij welluidend en vol schone klank. _ Want een hoogtij vieren wij. Vandaag gedenken wij de eerste viering van dit maal. _ In deze maaltijd bij de nieuwe Koning moet het oude Paaslam wijken voor het nieuwe Pascha van de nieuwe wet. _ Het nieuwe dringt het oude weg. De waarheid doet het beeld verdwijnen. Het licht breekt door de nacht. _ Wat Christus deed in het Avondmaal, wil Hij van ons tot zijn gedachtenis. _ Zoals de heilige Wet ons leert, wijden wij het brood, de wijn tot offer voor ons heil. _ Een dogma geldt het iedere christen, dat het brood in Vlees verandert en de wijn in Bloed. _ Wat gij niet weet, niet ziet, prent in uw ziel het vast geloof, dat verder reikt dan de natuur. _ In twee gedaanten, tekens slechts, maar niet het wezen, vindt het Hoogste hier zijn schuilplaats. _ Het Vlees is spijs, het Bloed een drank. In beide woont toch Christus onverdeeld. _ Die nuttigt schendt Hem niet, zal Hem niet breken, noch verdelen, maar gaaf ontvangt men Hem. _ Nuttigt één of komen duizend, de laatste vindt Hem als de eerste, en nuttiging verteert Hem niet. _ Goeden eten, ook de bozen. Hoe diep verschil bergt hun die gave, het leven of de ondergang. _ Dood voor bozen, voor goeden leven. Zie, hoe groot verschil in éne spijs. _ Ook al wordt dit brood gebroken, wankel niet, maar houdt voor ogen, hoe ieder deel omsloten houdt niet minder dan het onverdeelde. _ Niet het wezen wordt gespleten, slechts een teken wordt gebroken. Op wie het duidt blijft ongeschonden in wezen en in majesteit. _ Zie, dit is het Brood der engelen, spijs geworden van de zwerver, waarachtig brood, slechts voor de kinderen, houdt dan de honden op een afstand. _ Beelden waren zijn herauten: Isaäc was 't in zijn offer, het paaslam duidde op deze maaltijd, het manna als de spijs der vaderen. _ Goede Herder, ware spijze, Jezu, wil U toch erbarmen. Wil ons weiden, ons beschermen. Spreid het goede ons voor ogen in het land van hen die leven. _ Gij weet alles en beheerst het. Verkwik ons hier in onze boosheid, maar laat ons daar weer bij U thuis zijn, de erfenis delen en het gezelschap van hen, die wonen in uw rijk. Amen. Alleluia. [Evangelium] Vervolg ++ van het heilig Evangelie volgens Johannes !Joann 6:56-59 In die tijd sprak Jezus tot de scharen der Joden: Mijn Vlees is waarlijk spijs en mijn Bloed is waarlijk drank. Wie mijn Vlees eet en mijn Bloed drinkt, blijft in Mij en Ik in hem. Zoals de Vader, die leeft, Mij heeft gezonden en Ik leef door de Vader, zo zal ook hij, die Mij eet, leven door Mij. Dit is het brood, dat uit de hemel is neergedaald. Niet zoals uw vaderen het manna hebben gegeten en gestorven zijn. Wie dit brood eet, zal leven in eeuwigheid. [Offertorium] !Levit 21:6 De priesters van de Heer offeren wierook en brood en daarom moeten zij heilig zijn voor hun God, en zijn Naam niet onteren, alleluia. [Secreta] Wij vragen U, Heer, schenk uw Kerk genadig de gaven van eenheid en vrede, die door deze offergaven op geheimzinnige wijze worden betekend. $Per Dominum [Communio] !1 Cor 11:26-27 Zo dikwijls gij van dit brood eet en van de kelk drinkt, zult gij de dood van de Heer verkondigen, totdat Hij komt. Wie dus onwaardig van dit brood eet of van de kelk van de Heer drinkt, zal schuldig zijn aan het Lichaam en Bloed van de Heer, alleluia. [Postcommunio] Wij vragen U, Heer, doe ons in volle omvang het bezit van uw godheid in de eeuwigheid genieten, waarvan het ontvangen van uw kostbaar Lichaam en Bloed in de tijd een voorafbeelding is. $Qui vivis