[Officium] Dominica I Post Pentecosten [Rule] Gloria Credo Suffr=Sanctorum;Ecclesiæ;Papa;; [Introitus] !Ps 12:6 v. Heer, ik vertrouw op uw barmhartigheid. Mijn hart jubelt over uw hulp. De Heer wil ik bezingen, die mij heeft welgedaan. !Ps 12:1 Hoe lang nog, Heer, zult Gij mij blijven vergeten? Hoe lang nog zult Gij uw aanschijn van mij afwenden? &Gloria v. Heer, ik vertrouw op uw barmhartigheid. Mijn hart jubelt over uw hulp. De Heer wil ik bezingen, die mij heeft welgedaan. [Oratio] God, kracht van hen die op U hopen, luister welwillend naar onze aanroepingen en, omdat wij, zwakke stervelingen, zonder U niets vermogen, bied ons hulp met uw genade, opdat wij door het onderhouden van uw geboden U met wil en daad behagen. $Per Dominum [Lectio] Lezing uit de eerste Brief van de heilige Apostel Johannes !1 Joannnes 4:8-21 Veelgeliefden, God is liefde. Hierin is de liefde Gods in ons geopenbaard, dat God zijn eengeboren Zoon in de wereld heeft gezonden, opdat wij door Hem zouden leven. Hierin is die liefde gelegen: niet alsof wij liefde hebben bewezen aan God, maar dat Hij ons eerst heeft liefgehad en zijn Zoon gezonden heeft als verzoening voor onze zonden. Veelgeliefden, als God ons zó heeft liefgehad, dan moeten wij ook elkander beminnen. Niemand heeft God ooit gezien. Als wij elkander beminnen, woont God in ons en is zijn liefde in ons volmaakt. Hieraan weten wij, dat wij in Hem verblijven en Hij in ons, dat Hij ons van zijn Geest gegeven heeft. En wij hebben gezien en wij getuigen, dat de Vader zijn Zoon gezonden heeft als Zaligmaker van de wereld. Al wie belijdt, dat Jezus is de Zoon van God, in Hem woont God en Hij in God. En wij hebben de liefde leren kennen en geloven in de liefde, die God heeft voor ons. God is liefde, en wie in de liefde verblijft, verblijft in God en God in hem. Hierin bereikt Gods liefde jegens ons haar hoogtepunt, dat wij op de dag des oordeels vol vertrouwen zijn; want zoals Hij is, zo zijn in deze wereld ook wij. Vrees is er niet in de liefde; integendeel, de volmaakte liefde drijft de vrees uit; want vrees is gericht op straf. Wie echter nog vreest, is nog niet volmaakt in de liefde. Laten wij dan God beminnen, omdat Hij ons eerst heeft liefgehad. Wanneer iemand zegt, dat hij God bemint, maar hij haat zijn broeder, dan is hij een leugenaar. Immers, als hij zijn broeder, die hij ziet, niet bemint, hoe kan hij dan God beminnen, die hij niet ziet? En wij hebben dit gebod van God, dat wie God bemint, ook zijn broeder moet beminnen. [Graduale] !Ps 40:5; 40:2 Ik bad: Heer, wees mij genadig, genees mij, want ik heb tegen U gezondigd. V. Gelukkig die bezorgd is voor de zwakke en de ellendige. De Heer zal hem redden op de onheilsdag. Alleluia, alleluia. !Ps 5:2 Luister, Heer, naar mijn woorden, geef acht op mijn geroep! Alleluia. [Evangelium] Vervolg ++ van het heilig Evangelie volgens Lucas !Luc 6:36-42 In die tijd sprak Jezus tot zijn leerlingen: Weest barmhartig, zoals ook uw Vader barmhartig is. Oordeelt niet, en gij zult niet geoordeeld worden; vergeeft, en u zal vergeven worden; geeft, en u zal gegeven worden; een goede en aangestampte en geschudde en overlopende maat zal men storten in uw schoot. Want met dezelfde maat, waarmede gij meet, zal u teruggemeten worden. En Hij hield hun ook een gelijkenis voor: Kan een blinde wel een andere blinde leiden? Zullen zij dan niet beiden in een kuil vallen? Een leerling staat niet boven zijn meester, maar een ieder is volmaakt, wanneer hij is zoals zijn meester. En wat let gij toch op de splinter in het oog van uw broeder, terwijl gij de balk in uw eigen oog niet bemerkt? Of hoe kunt gij tot uw broeder zeggen: Broeder, laat mij de splinter uit uw oog halen, zonder de balk in uw eigen oog te zien? Schijnheilige, haal eerst de balk uit uw eigen oog, en dan kunt gij zien, hoe gij de splinter uit het oog van uw broeder zult halen. [Offertorium] !Ps 5:3-4 Let op mijn smeekbede, mijn Koning en mijn God! Want tot U zal ik bidden, Heer. [Secreta] Wij vragen U, Heer, aanvaard goedgunstig de offers, die wij U brengen en doe ze ons strekken tot een eeuwige steun. $Per Dominum [Communio] !Ps 9:2-3 Ik wil al uw wonderwerken verhalen. In U wil ik jubelen en mij verblijden. Uw Naam, o Allerhoogste, wil ik bezingen. [Postcommunio] Met zo grote gunsten overladen, vragen wij U, o Heer, bewerk dat wij niet alleen de heilige gaven ontvangen, maar ook nooit ophouden U te prijzen. $Per Dominum