[Officium] Die V infra octavam Paschae [Rule] ex Pasc0-0; Credo Sequentia Suffr=Ecclesiæ,Papa;; [Introitus] !Sap 10:20-21 v. Uw hand, die overwinningen bevocht, prezen ze eenstemmig, o Heer, alleluia, want de wijsheid opende de mond van de stomme en maakte de tong van kinderen welsprekend, alleluia, alleluia. !Ps 97:1 Zingt de Heer een nieuw lied, want wonderen heeft Hij gewrocht. &Gloria v. Uw hand, die overwinningen bevocht, prezen ze eenstemmig, o Heer, alleluia, want de wijsheid opende de mond van de stomme en maakte de tong van kinderen welsprekend, alleluia, alleluia. [Oratio] God, Gij hebt de verschillende volkeren één gemaakt in de belijdenis van uw Naam. Laat hen, die herboren zijn in het water van het Doopsel, één zijn van geest door het geloof, en één van daden door de liefde. $Per Dominum [Lectio] Lezing uit de Handelingen van de Apostelen !Act 8:26-40 In die dagen sprak een engel des Heren tot Filippus: Sta op en ga naar het zuiden, naar de weg, die van Jeruzalem afdaalt naar Gaza; deze is eenzaam. En hij stond op en ging. En zie, een Ethiopiër, een hoveling, een hoog staatsbeambte van Candace, de koningin van Ethiopië, die over al haar schatten stond, was komen bidden in Jeruzalem; en nu was hij op de terugweg, terwijl hij op zijn wagen gezeten de profeet Isaias las. De Geest zeide dan tot Filippus: Treed nader en ga dicht bij die wagen lopen. Toen trad Filippus nader en hoorde hem de profeet Isaias lezen; en hij vroeg: Meent gij te verstaan wat gij leest? Hij antwoordde echter: Maar hoe zou ik dat kunnen, als niet iemand mij uitleg geeft? En hij vroeg Filippus in te stappen en bij hem te komen zitten. De plaats nu uit de Schrift, die hij bezig was te lezen, was deze: “Als een lam is hij naar de slachtbank gebracht; zoals een lam voor zijn scheerder geen geluid geeft, zo heeft hij zijn mond niet geopend. In verdrukking werd zijn vonnis afgedwongen. Wie zal er nog spreken van zijn geslacht? Zijn leven immers wordt van de aarde weggenomen.” De hoveling nu hernam en vroeg aan Filippus: Ik bid u, van wie zegt de profeet dit? van zichzelf of van iemand anders? Toen opende Filippus zijn mond en bij deze Schriftuurplaats beginnend, verkondigde hij hem de blijde boodschap van Jezus. En terwijl zij hun weg vervolgden, kwamen zij bij een water; en de hoveling sprak: Zie, daar is water; wat belet er nog, dat ik gedoopt word? En Filippus antwoordde: Als gij van ganser harte gelooft, dan mag het. En hij antwoordde: Ik geloof, dat Jezus Christus de Zoon is van God. Toen liet hij de wagen stilhouden; en beiden daalden af in het water, Filippus en de hoveling, en hij doopte hem. En toen zij weer uit het water kwamen, nam de Geest des Heren Filippus mee; en de hoveling zag hem niet meer, maar vol blijdschap vervolgde hij zijn weg. Filippus echter werd aangetroffen in Azot, en op zijn verdere tocht predikte hij aan alle steden de Naam van Jezus Christus, totdat hij kwam in Caesarea. [Graduale] Allelúja, allelúja. !Ps 117:24; 117:22-23. Dit is de dag, die de Heer gemaakt heeft. Laten wij daarop jubelen en ons verblijden. V. De steen, die de bouwlieden hebben verworpen, is tot hoeksteen geworden. Dit is het werk van de Heer en het is wonderbaar in onze ogen. Alleluia, alleluia, V. Christus is verrezen, die alles geschapen heeft, en Hij heeft zich ontfermd over het menselijk geslacht. [Sequentia] @Tempora/Pasc0-0:Sequentia [Evangelium] Vervolg ++ van het heilig Evangelie volgens Johannes !Joannes 20:11-18 In die tijd stond Maria buiten bij het graf te wenen. En terwijl zij weende, bukte zij zich voorover en keek in het graf; daar zag zij twee engelen zitten in het wit gekleed, een aan het hoofdeinde en een aan het voeteneinde van de plaats, waar het lichaam van Jezus gelegen had. Deze zeiden tot haar: Vrouw, waarom weent gij? Zij gaf hun ten antwoord: Omdat ze mijn Heer heben weggenomen en ik niet weet, waar men Hem heeft neergelegd. Toen zij dit gezegd had, keerde zij zich om en zag Jezus staan; maar zij wist niet, dat het Jezus was. Jezus sprak tot haar: Vrouw, waarom weent gij? Wie zoekt gij? In de mening, dat het de tuinman was, zeide zij tot Hem: Heer, als gij Hem weggenomen hebt, zeg mij dan, waar gij Hem hebt neergelegd; dan zal ik Hem meenemen. Jezus sprak tot haar: Maria! Zij wendde zich om en zei tot Hem: Rabboni - dat betekent: Meester. Jezus zeide haar: Houd Mij niet zo vast; want Ik ben nog niet opgestegen naar mijn Vader; maar ga naar mijn broeders en zeg hun, dat Ik ga opstijgen naar mijn Vader en uw Vader, naar mijn God en uw God. Maria Magdalena ging heen en deelde aan de leerlingen mede: Ik heb de Heer gezien en dit heeft Hij mij gezegd. [Offertorium] !Exod 13:5 Op uw feestdag, zegt de Heer, zal Ik u binnenvoeren in het land, dat overvloeit van melk en honing. [Secreta] Aanvaard genadig, vragen wij U, Heer, de gaven van uw volkeren, opdat zij, herschapen door de belijdenis van uw Naam en het Doopsel, het eeuwig geluk mogen verwerven. $Per Dominum [Communio] !1 Pet 2:9 Volk, dat van God zijt geworden, verkondigt zijn kracht, alleluia. Hij toch riep u uit de duisternis tot zijn wonderbaar licht, alleluia. [Postcommunio] Verhoor, Heer, onze gebeden, opdat de deelname aan de hoogheilige geheimen van onze verlossing, ons hulp biede voor het tegenwoordige leven en ook de eeuwige vreugde verwerve. $Per Dominum.