[Officium] Die II infra octavam Paschae [Rule] ex Pasc0-0; Credo Sequentia [Introitus] !Exod 13:5; 13:9 v. De Heer heeft u binnengevoerd in een land, dat overvloeit van melk en honing, alleluia. Daarom zij de wet van de Heer altijd op uw lippen, alleluia, alleluia. !Ps 104:1 Looft de Heer en wilt zijn Naam aanroepen. Maakt zijn daden bekend onder de volkeren! &Gloria v. De Heer heeft u binnengevoerd in een land, dat overvloeit van melk en honing, alleluia. Daarom zij de wet van de Heer altijd op uw lippen, alleluia, alleluia. [Oratio] God, Gij hebt in de plechtige viering van het Paasgeheim de wereld een redmiddel geboden. Wij vragen U, vereer uw volk met de hemelse gave, dat het zich volledige vrijheid mag verwerven en het eeuwig leven bereiken. $Per Dominum [Lectio] Lezing uit de Handelingen van de Apostelen !Act. 10, 37-43 In die dagen stond Petrus te midden van het volk en sprak: Mannen, broeders, gij hebt gehoord van hetgeen er in geheel het joodse land, van Galilea uit, gebeurd is, na het doopsel, dat Johannes predikte: van Jezus van Nazareth, hoe God Hem heeft gezalfd met Heilige Geest en kracht, en hoe Hij weldoende rondging, en allen genas, die in de macht waren van de duivel; omdat God met Hem was. En wij zijn getuigen van alles, wat Hij in het land der Joden en in Jeruzalem heeft gedaan. Maar men heeft Hem aan het kruishout gehangen en gedood. God echter heeft Hem opgewekt op de derde dag, en Hem gegeven, zichtbaar te verschijnen, niet aan geheel het volk, maar aan getuigen, die God tevoren daartoe had uitgekozen, namelijk aan ons, die met Hem gegeten en gedronken hebben, nadat Hij van de doden was opgestaan. Ook heeft Hij ons bevel gegeven, aan het volk te prediken en te getuigen, dat Hij het is, Die door God is aangesteld als rechter van levenden en doden. Van Hem getuigen al de profeten, dat allen, die in Hem geloven, in zijn Naam vergiffenis van zonden verkrijgen. [Graduale] !Ps 117:24; 117:2 Dit is de dag, die de Heer gemaakt heeft. Laten wij daarop jubelen en ons verblijden. V. Laat Israël nu zeggen: Hij is goed, want eeuwig duurt zijn barmhartigheid. Alleluia, alleluia. !Matt 28:2 Een engel des Heren daalde uit de hemel. Hij trad toe, wentelde de steen weg en zette zich erop neer. [Sequentia] @Tempora/Pasc0-0:Sequentia [Evangelium] Vervolg ++ van het heilig Evangelie volgens Lucas !Luc. 24:13-35 In die tijd gingen twee van Jezus' leerlingen diezelfde dag naar een dorp, dat zestig stadiën van Jeruzalem gelegen was en Emmaüs heette. En zij spraken met elkander over alles, wat er gebeurd was. Terwijl zij nu in gesprek waren en van gedachten wisselden, kwam Jezus zelf bij hen, en ging met hen mee; maar hun ogen werden verhinderd, opdat zij Hem niet zouden herkennen. En Hij zeide tot hen: Wat voor gesprek voert gij samen onderweg, dat gij zo bedroefd zijt? De ene nu, die Cleophas heette, gaf Hem ten antwoord: Zijt Gij dan de enige vreemdeling, die in Jeruzalem is geweest en die niet weet, wat daar gebeurd is dezer dagen? Doch Hij antwoordde hun: Wat dan? En zij zeiden: Met Jezus van Nazareth, die een profeet was, machtig in werk en in woord, voor God en geheel het volk; en hoe onze opperpriesters en oversten Hem ter doodstraf hebben overgeleverd en gekruisigd hebben. Wij nu hadden de hoop, dat Hij het was, die Israël zou verlossen; maar met dat al is het nu reeds de derde dag, sinds deze dingen gebeurd zijn. Maar bovendien hebben enige vrouwen uit onze kring ons doen ontstellen. Want vóór het daglicht waren zij reeds bij het graf, en toen zij zijn lichaam er niet vonden, zijn zij teruggekomen met het bericht dat zij ook nog een verschijning hadden gehad van engelen, die zeiden, dat Hij weer leefde. Toen zijn enigen van ons naar het graf gegaan, en hebben het juist zo bevonden, als de vrouwen gezegd hadden; maar Hem zelf vonden zij niet. Toen sprak Hij tot hen: O gij onverstandigen en tragen van hart, dat gij niet beter geloof hecht aan alles, wat de profeten hebben gezegd. Moest dan de Christus dit alles niet lijden, en zó zijn glorie binnengaan? En te beginnen met Mozes en de andere profeten, verklaarde Hij hun, wat in heel de Schrift over Hem was voorspeld. Intussen waren zij bij het dorp gekomen, waar zij heengingen; en Hij hield Zich, alsof Hij verder wilde gaan. Maar zij drongen bij Hem aan, en zeiden: Blijf bij ons, want het wordt avond, en de dag loopt reeds ten einde. Hij ging dan met hen naar binnen. Toen Hij nu met hen aan tafel was, nam Hij het brood, sprak een dankgebed uit, brak het, en reikte het hun toe. Toen gingen hun de ogen open, en zij herkenden Hem. Maar Hij verdween uit hun ogen. En zij zeiden tot elkander: Brandde ons hart niet in ons, toen Hij onderweg tot ons sprak en ons de Schriften verklaarde? Onmiddellijk stonden zij op, en keerden naar Jeruzalem terug; daar vonden zij de elf met hun gezellen bijeen; en dezen zeiden: De Heer is waarlijk verrezen, en verschenen aan Simon. Toen verhaalden ook zij, wat er onderweg was gebeurd, en hoe zij Hem hadden herkend bij het breken van het brood. [Offertorium] !Matt 28:2; 28:5-6 Een engel des Heren daalde uit de hemel en zeide tot de vrouwen: Die gij zoekt, is verrezen, zoals Hij gezegd heeft, alleluia. [Secreta] Aanvaard, vragen wij U, Heer, met de opdracht van de gaven, de gebeden van uw volk, opdat ze, in de Paasgeheimen geheiligd, ons onder uw inwerking tot een heilmiddel mogen strekken voor de eeuwigheid. $Per Dominum [Communio] !Luc 24:34 De Heer is verrezen en aan Petrus verschenen, alleluia. [Postcommunio] Stort in ons, Heer, de Geest van uw liefde en maak hen, die Gij met de Paasgeheimen verzadigd hebt, zo door uw liefde één van geest. $Per Dominum eiusdem