[Officium] Feria IV Quattuor Temporum in Adventu [Rule] Oratio Dominica no Gloria no Credo LectioL1 Suffr=Maria1;Ecclesiæ,Papa;; [Introitus] !Is 45:8 v. Dauwt, hemelen, van boven en gij, wolken, regent de Gerechte: dat de aarde zich opene en de Verlosser voortbrenge. !Ps 18:2 De hemelen verhalen de glorie van God en het uitspansel roemt het werk van zijn handen. &Gloria v. Dauwt, hemelen, van boven en gij, wolken, regent de Gerechte: dat de aarde zich opene en de Verlosser voortbrenge. [LectioL1] Lezing uit de Profeet Isaias !Is 2:2-5 In die tijd sprak Isaias, de profeet: Op het einde der tijden zal de berg van het huis des Heren aan de spits der bergen staan en uitsteken boven de heuvelen. En alle naties zullen er heenstromen, en vele volken zich opmaken en zeggen: Komt, laat ons opgaan naar de berg des Heren en naar het huis van de God van Jacob; dan zal Hij ons zijn wegen leren en wij zullen wandelen op zijn paden. Want van Sion zal de Wet uitgaan en vanuit Jeruzalem het woord des Heren. En Hij zal rechtspreken over de naties en gericht houden over de volkeren. En zij zullen hun zwaarden omsmeden tot ploegscharen en hun lansen tot sikkels. Geen volk zal het zwaard meer heffen tegen een ander en men zal zich niet meer oefenen ten strijd. Komt, huis van Jacob, laat ons wandelen in het licht van de Heer, onze God. $Deo gratias [GradualeL1] !Ps 23:7; 23:3; 23:4 O vorsten, heft uw poorten op en verheft U, gij eeuwige poorten, en de Koning van Glorie zal intrede doen. V. Wie mag de berg des Heren bestijgen of wie mag verwijlen in zijn heiligdom? Die rein is van handen en zuiver van hart. [OratioL1] Haast U, Heer, zo vragen wij U, draal niet langer en stuur ons hulp van uw hemelse kracht, opdat zij, die op uw liefde vertrouwen, door de troost van uw komst opgebeurd worden. $Qui vivis [Oratio] Wij vragen U, almachtige God, dat de aanstaande plechtige viering van onze verlossing ons steun geve in dit leven en de beloning van de eeuwige zaligheid schenke. $Per Dominum [Lectio] Lezing uit de profeet Isaias !Is 7:10-15 In die dagen sprak de Heer tot Achaz en zeide: Vraag u een teken van de Heer, uw God, in de diepten der onderwereld of in den hoge hierboven. Maar Achaz antwoordde: Dat doe ik niet, want ik wil de Heer niet op de proef stellen! Toen hernam hij: Hoort dan, huis van David; telt gij het soms voor niets lastig te zijn voor mensen, dat gij ook nog lastig zijt voor mijn God? Daarom zal de Heer zelf u een teken geven: Zie, een maagd gaat ontvangen en brengt een Zoon ter wereld en men geeft Hem de naam Emmanuël. Boter en honing zal Hij eten, totdat Hij het kwaad weet te verwerpen en het goede te kiezen. [Graduale] !Ps 144:18; 144:21 De Heer is allen, die Hem aanroepen, nabij; allen die Hem aanroepen in oprechtheid. V. Mijn mond zal de lof des Heren verkondigen. Laat alle vlees zijn heilige Naam prijzen. [Evangelium] Vervolg ++ van het heilig Evangelie volgens Lucas !Luc 1:26-38 In die tijd werd de engel Gabriël door God gezonden naar een stad van Galilea, Nazareth genaamd, tot een Maagd, die ten huwelijk was gegeven aan een man, die Jozef heette, uit het huis van David; en de naam van die Maagd was Maria. En de engel trad bij Haar binnen, en sprak: Wees gegroet, Gij vol van genade; de Heer is met U; Gij zijt de Gezegende onder de vrouwen. Toen Zij dat hoorde, schrok Zij van zijn woorden en vroeg zich af, wat die groet zou moeten betekenen. Maar de Engel zeide haar: Vrees niet, Maria, want Gij hebt genade gevonden bij God: Zie, Gij zult in uw schoot ontvangen, en een Zoon ter wereld brengen, die Gij Jezus moet noemen. Hij zal groot zijn en de Zoon van de Allerhoogste genoemd worden; en God de Heer zal Hem de troon van zijn vader David geven, en Hij zal koning zijn over het huis van Jacob tot in eeuwigheid, en aan zijn heerschappij zal geen einde komen. Maria echter sprak tot de Engel: Hoe kan dat geschieden, daar Ik geen man beken? Doch de Engel gaf Haar ten antwoord: De Heilige Geest zal over U komen en de kracht van de Allerhoogste zal U overschaduwen; en daarom ook zal het heilige, dat uit U geboren wordt, Zoon van God genoemd worden. En zie, ook uw nicht Elisabeth heeft op haar hoge leeftijd nog een zoon ontvangen; en zij, die onvruchtbaar heette, is reeds in haar zesde maand; want bij God is niets onmogelijk. Toen sprak Maria: Zie de dienstmaagd des Heren; Mij geschiede naar uw woord. [Offertorium] !Is 35:4 Vat moed en vreest niet meer, want zie, onze God zal oordeel vellen. Zelf zal Hij komen en ons verlossen. [Secreta] Wij vragen U, Heer, dat ons vasten U welgevallig moge zijn en dat het, door onze zonden uit te boeten, ons uw genade waardig make en brenge tot de eeuwige beloften. $Per Dominum [Communio] @Commune/C10a [Postcommunio] Gevoed met uw heilsgave, bidden wij U, Heer, deemoedig, dat wij vernieuwd mogen worden door de uitwerking van datgene, wat wij nu in vreugde smaken. $Per Dominum