[Officium]
Feria Sexta Quattuor Temporum Septembris

[Introitus]
!Ps 104:3-4
v. Dat het hart zich verblijde van die de Heer zoeken. Zoekt de Heer en gij zult sterk staan. Zoekt zijn aanschijn immer door.
!Ps 104:1
Looft de Heer en wilt zijn Naam aanroepen. Maakt zijn daden bekend aan de volkeren.
&Gloria
v. Dat het hart zich verblijde van die de Heer zoeken. Zoekt de Heer en gij zult sterk staan. Zoekt zijn aanschijn immer door.

[Oratio]
Wij vragen U, almachtige God, doe ons, die als ieder jaar godvruchtig het heilig vasten vieren, U naar lichaam en ziel welgevallig zijn.
$Per Dominum

[Lectio]
Lezing uit de Profeet Osee
!Osee 14:2-10
Dit zegt God, de Heer: Israël, keer terug tot de Heer, uw God, want door uw zonde zijt gij ten val gekomen. Neemt slechts woorden met u mee, en wendt u tot de Heer, en zegt Hem: Neem alle zonde weg; aanvaard het goede; dan brengen wij U weer de offers van onze lippen. Assyrië zal ons niet redden; wij willen niet te paard ten strijde trekken, en niet langer zeggen: Het maaksel van onze handen is onze God; want Gij zult u erbarmen over de wees, als hij U trouw blijft. Ik zal hun wonden genezen, Ik zal hen liefhebben uit vrije wil; want mijn toorn heeft zich van hen afgewend. Ik zal zijn als de dauw; Israël zal weer bloeien als een lelie, en zijn wortel uitslaan als de Libanon. Zijn takken zullen zich uitspreiden, en schoon zal hij zijn als een olijfboom; en zijn geur zal zijn als die van de Libanon. Men zal weer komen zitten in mijn schaduw; men zal zich voeden met tarwe, en bloeien als een wijngaard; en zijn aandenken zal zijn als de wijn van de Libanon. Ephraim, wat spreek Ik nog over afgoden? Ik ga hem verhoren en weer oprichten als een groene cypres; door Mij wordt er bij u weer vrucht gevonden. Wie is er zo wijs, dat hij dit kan begrijpen? zo verstandig, om dit te verstaan? Want recht zijn de wegen des Heren, en gerecht zijn degenen, die ze bewandelen; de zondaren echter komen er door ten val.

[Graduale]
!Ps 89:13; 89:1
Heer, wend U een weinig tot ons en wees uw dienaars genadig.
V. Heer, Gij zijt onze toevlucht geweest van geslacht tot geslacht.

[Evangelium]
Vervolg ++ van het heilig Evangelie volgens Lucas
!Luc 7:36-50
In die tijd nodigde een van de farizeën Jezus bij zich ten maaltijd. En Hij ging het huis van die farizeër binnen en nam plaats aan tafel. En zie, toen een vrouw, die in de stad een zondig leven leidde, vernam, dat Hij in het huis van die farizeër aan tafel was, kwam zij met een albasten vaas vol balsem; en terwijl zij achter Hem stond bij zijn voeten, begon zij die met haar tranen te besproeien en droogde ze met haar haren af; en zij drukte haar lippen op zijn voeten en goot er de balsem over uit. Toen de farizeër, die Hem had uitgenodigd, dat zag, dacht hij bij zich zelf: Als Deze een profeet was, zou Hij weten, wie en wat voor vrouw het is, die Hem aanraakt, dat zij een zondares is. En Jezus nam het woord en zeide tot hem: Simon, Ik heb u iets te zeggen. En hij antwoordde: Goed, Meester, spreek. Een geldschieter had twee schuldenaars; de eerste was hem vijfhonderd tienlingen schuldig en de ander vijftig. Omdat zij niet in staat waren te betalen, schold hij het aan beiden kwijt. Wie zou hem nu het meest beminnen? Simon antwoordde: Ik veronderstel: degene, aan wie hij het meest heeft kwijtgescholden. En Hij zeide hem: Gij hebt juist geoordeeld. Dan keerde Hij zich naar de vrouw en sprak tot Simon: Ziet gij hier deze vrouw? Ik ben in uw huis gekomen; gij hebt Mij geen water voor mijn voeten gegeven; maar zij heeft met haar tranen mijn voeten besproeid en ze met haar haren afgedroogd; gij hebt Mij geen kus gegeven; maar zij heeft vanaf het ogenblik, dat zij binnenkwam, niet opgehouden mijn voeten te kussen; gij hebt mijn hoofd niet gezalfd met olie, maar zij heeft mijn voeten gezalfd met balsem. Daarom zeg Ik u: haar vele zonden worden haar vergeven, omdat zij veel bemind heeft. Maar hij, aan wie minder vergeven wordt, bemint ook minder. Toen sprak Hij tot haar: Uw zonden worden u vergeven. En de andere gasten dachten bij zich zelf: Wie is Deze toch, dat Hij zelfs zonden vergeeft? Maar Hij sprak tot de vrouw: Uw geloof heeft u gered. Ga in vrede.

[Offertorium]
!Ps 102:2; 102:5
Loof, mijn ziel, de Heer, en al zijn weldaden, vergeet ze niet! En uw jeugd keert weer als bij een adelaar.

[Secreta]
Wij vragen U, Heer, dat U welgevallig mogen zijn de gaven van ons vasten; dat zij, door onze zonden uit te boeten, ons uw genade waardig maken en tot de eeuwige beloften brengen.
$Per Dominum

[Communio]
!Ps 118:22; 118:24
Neem smaad en verachting van mij weg, want uw wetten neem ik ter harte, o Heer. Ja, uw getuigenissen zijn de stof van mijn overweging.

[Postcommunio]
Wij vragen U, almachtige God, dat wij, die U bedanken voor de ontvangen gaven, nog rijker weldaden mogen ontvangen.
$Per Dominum