[Officium] In Vigilia S. Andreae Apostoli [Name] Andreas [Introitus] !Matt 4:18; 4:19 v. De heer zag bij het meer van Galilea twee broers, Petrus en Andreas, en riep hen: Ga met Mij mee. Ik zal u mensenvissers maken. !Ps 18:2. De hemelen verhalen de glorie van God en het uitspansel roemt het werk van zijn handen. &Gloria v. De heer zag bij het meer van Galilea twee broers, Petrus en Andreas, en riep hen: Ga met Mij mee. Ik zal u mensenvissers maken. [Graduale] !Ps 138:17-18 Hoe hoog staan uw vrienden in ere, o God, hoe machtig is hun heerschappij. V. Zou ik ze tellen, talrijker dan de zandkorrels zijn zij! [Evangelium] Vervolg ++ ++ van het heilig Evangelie volgens Johannes !Joann 1:35-51 In die tijd stond Johannes daar met twee van zijn leerlingen. En toen hij Jezus zag voorbijgaan, sprak hij: Ziedaar het Lam Gods! En de beide leerlingen hoorden hem dat zeggen; en zij gingen Jezus achterna. Jezus nu keerde Zich om, en toen Hij zag, dat zij Hem achterna kwamen, vroeg Hij hun: Wat zoekt gij? En zij gaven Hem ten antwoord: Rabbi, - dat betekent: Meester - waar woont Gij? Hij zeide hun: Komt maar eens zien! Zij gingen mee en zagen, waar Hij verblijf hield; en die dag bleven zij bij Hem. Het was toen omstreeks het tiende uur. Andreas nu, de broeder van Simon Petrus, was een van deze twee, die dat van Johannes gehoord hadden en Hem gevolgd waren. Hij trof het eerst zijn broeder Simon en zeide tot hem: Wij hebben de Messias gevonden - dat betekent: Christus. En hij bracht hem bij Jezus. Jezus nu zag hem aan en sprak: Gij zijt Simon, de zoon van Jona; gij zult heten: Kephas, dat betekent: Petrus. De volgende dag wilde Hij vertrekken naar Galilea; toen ontmoette Hij Filippus. En Jezus sprak tot hem: Volg Mij. Filippus nu was uit Bethsaida, de stad van Andreas en Petrus. Filippus trof Nathanaël en zeide hem: Wij hebben Degene gevonden, over wie Mozes in de Wet en ook de profeten geschreven hebben, Jezus, de zoon van Jozef uit Nazareth. Maar Nathanaël gaf hem ten antwoord: Kan er uit Nazareth wel iets goeds komen? Filippus zeide hem: Kom maar eens zien. Toen Jezus Nathanaël zag aankomen, zeide Hij van hem: Zie, dat is een echte Israëliet, in wie geen bedrog is! Nathanaël antwoordde Hem: Hoe kent Gij mij? Jezus hernam en zeide tot hem: Voordat Filippus u riep, terwijl gij u bevondt onder de vijgeboom, heb Ik u al gezien. Nathanaël gaf Hem ten antwoord: Rabbi, Gij zijt de Zoon van God, Gij zijt de Koning van Israël! Jezus antwoordde hem: Omdat Ik u zeide: Ik heb u gezien onder de vijgeboom, gelooft gij; gij zult nog grotere dingen zien dan dit. En Hij sprak tot hem: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: gij zult de hemel geopend zien en de engelen Gods zien opstijgen en neerdalen over de Mensenzoon. [Secreta] Wij bieden U onze gaven, o Heer, om ze te heiligen, en smeken U op het feest van de heilige apostel Andreas, daardoor ook onze harten te reinigen. $Per Dominum [Communio] !Joann 1:41; 1:42 Andreas zegt tot zijn broer Simon: Wij hebben de Messias gevonden, die Christus heet; en hij bracht hem bij Jezus. [Postcommunio] Nu wij, Heer, uw Sacramenten genuttigd hebben, smeken wij U ootmoedig, dat ons door de voorspraak van uw heilige apostel Andreas genezing mag brengen, wat wij, om zijn heilig lijden te gedenken, vieren. $Per Dominum