[Officium] In Vigilia Ss. Petri et Pauli Apostolorum [Introitus] !Joann 21:18-19 v. De Heer sprak tot Petrus: Toen ge jong waart, deedt ge zelf uw gordel aan en gingt waar ge wilde, maar als ge oud zult zijn, zult ge uw handen uitstrekken. Een ander zal u omgorden en u brengen, waarheen ge niet wilt. Dit nu zei Hij om aan te duiden door welke dood hij God zou verheerlijken. !Ps 18:2 De hemelen verhalen de glorie van God en het uitspansel roemt het werk van zijn handen. &Gloria v. De Heer sprak tot Petrus: Toen ge jong waart, deedt ge zelf uw gordel aan en gingt waar ge wilde, maar als ge oud zult zijn, zult ge uw handen uitstrekken. Een ander zal u omgorden en u brengen, waarheen ge niet wilt. Dit nu zei Hij om aan te duiden door welke dood hij God zou verheerlijken. [Oratio] Wij vragen U, almachtige God, laat geen storm doen wankelen, die Gij een hechte grondslag hebt gegeven in de rots van de apostolische belijdenis. $Per Dominum [Lectio] Lezing uit de Handelingen van de Apostelen !Act 3:1-10 In die dagen gingen Petrus en Johannes tegen het negende uur, het uur van gebed, naar de tempel. Juist kwam men aandragen met een man, die vanaf zijn geboorte verlamd was; en dagelijks legde men hem neer bij de poort van de tempel, die de Schone Poort genoemd wordt, om een aalmoes te vragen aan degenen, die de tempel binnengingen. Toen deze Petrus en Johannes zag, die juist de tempel wilden binnengaan, vroeg hij om een aalmoes. En Petrus keek hem strak aan, evenals Johannes, en zeide: Kijk ons aan. En de andere keek hen aan in de hoop, dat hij iets van hen zou krijgen. Maar Petrus sprak: Zilver of goud heb ik niet; maar wat ik heb, dat geef ik u: In de naam van Jezus Christus van Nazareth, sta op en loop. En hij nam hem bij de rechterhand en richtte hem op; en op hetzelfde ogenblik werden zijn voeten en enkels stevig. En met een sprong ging hij staan en liep heen en weer; dan ging hij met hen de tempel binnen, terwijl hij rondliep en sprong en lof bracht aan God. En al de mensen zagen hem lopen en God lofzingen. En zij herkenden in hem de man, die altijd aan de Schone Poort van de tempel zat te bedelen; en zij waren vol verbazing en buiten zich zelf, om hetgeen hem overkomen was. [Graduale] !Ps 18:5; 18:2 Hun sein golft over heel de wereld, en hun uitspraak tot aan de grenzen der aarde. V. De hemelen verhalen de glorie van God en het uitspansel roemt het werk van zijn handen. [Evangelium] Vervolg ++ van het heilig Evangelie volgens Johannes !Joann 21:15-19 In die tijd sprak Jezus tot Simon Petrus: Simon, zoon van Johannes, bemint gij Mij meer dan dezen? Hij gaf Hem ten antwoord: Ja, Heer; Gij weet, dat ik U bemin. Hij sprak tot hem: Weid mijn lammeren. Wederom stelde Hij hem de vraag: Simon, zoon van Johannes, bemint gij Mij? Hij antwoordde Hem: Ja, Heer; Gij weet, dat ik U bemin. Hij sprak tot hem: Weid mijn lammeren. Voor de derde maal vroeg Hij hem: Simon, zoon van Johannes, bemint gij Mij? Petrus werd bedroefd, omdat Hij hem voor de derde maal vroeg: Bemint gij Mij? en hij gaf Hem ten antwoord: Heer, Gij weet alles; Gij weet, dat ik U bemin. Hij sprak tot hem: Weid mijn schapen. Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: toen gij nog jong waart, deedt gij zelf uw gordel om en liept gij waar gij wildet; maar als gij oud geworden zijt, zult gij uw handen uitstrekken, en een ander zal u omgorden en u brengen, waar gij niet heen wilt. En dit zeide Hij, om aan te geven, door welke dood hij God zou verheerlijken. [Offertorium] @Sancti/01-25 [Secreta] Wij vragen U, Heer, heilig de gaven van uw volk door de tussenkomst van uw apostelen, en zuiver ons van de smetten van onze zonden. $Per Dominum [Communio] !Joann 21:15; 21:17 Simon, zoon van Johannes, bemint ge Mij meer dan zij? Heer, Gij weet alles. Gij weet, Heer, dat ik U bemin.