[Officium] S. Aloisii Gonzagæ Confessoris [Introitus] !Ps 8:6 v. Slechts weinig minder hebt Gij hem gemaakt dan de engelen. Met heerlijkheid en eer hem gekroond. !Ps 148:2 Looft de Heer, al zijn engelen, looft Hem, al zijn legerscharen. &Gloria v. Slechts weinig minder hebt Gij hem gemaakt dan de engelen. Met heerlijkheid en eer hem gekroond. [Oratio] God, Uitdeler van de hemelse gaven, Gij hebt in de engelachtige jongeling Aloysius een wonderbare onschuld van leven doen samengaan met een even grote boetvaardigheid. Doe ons, die hem in zijn onschuld niet zijn gevolgd, door zijn verdiensten en gebeden hem in zijn boetvaardigheid navolgen. $Per Dominum [Lectio] @Commune/C5 [Graduale] !Ps 70:5-6 Gij, o Heer, zijt mijn hoop vanaf mijn jeugd. Gij waart mijn steun reeds vóór mijn geboorte, mijn Beschermer reeds vanaf de schoot van mijn moeder. !Ps 40:13 Ja, om mijn onschuld hebt Gij mij in bescherming genomen, en Gij zult mij voor eeuwig voor uw aanschijn plaatsen. Alleluia, alleluia. !Ps 64:5 Gelukkig die Gij uitverkiest en opneemt. Hij woont in uw voorhoven. Alleluia. [GradualeP] Alleluia, alleluia. !Ps 64:5 Gelukkig die Gij uitverkiest en opneemt. Hij woont in uw voorhoven. Alleluia. !Ps 70:18 Deus, docuísti me a juventúte mea: et usque nunc pronuntiábo mirabília tua. Allelúja. [Evangelium] Vervolg ++ van het heilig Evangelie volgens Mattheüs !Matt 22:29-40 In die tijd gaf Jezus aan de sadduceën ten antwoord: Gij dwaalt, omdat gij de Schriften niet kent, evenmin als de kracht van God. Immers, bij de verrijzenis zal men niet meer huwen en niet meer uitgehuwelijkt worden; maar men zal zijn als Gods engelen in de hemel. En wat de verrijzenis der doden betreft: hebt gij niet gelezen, wat door God is gezegd, toen Hij tot u sprak: Ik ben de God van Abraham en de God van Isaäc en de God van Jacob? Hij is geen God van doden, maar van levenden. En de scharen, die dit hoorden, stonden verbaasd over zijn leer. Maar toen de farizeën vernamen, dat Hij de sadduceën tot zwijgen had gebracht, kwamen zij te zamen; en één van hen, een wetgeleerde, trachtte Hem op de proef te stellen door Hem te vragen: Meester, wat is het grootste gebod in de Wet? Jezus gaf hem ten antwoord: Gij zult de Heer, uw God, beminnen met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand. Dat is het eerste gebod. En het tweede is daaraaan gelijk: Gij zult uw naaste beminnen, zoals u zelf. Op deze twee geboden berust de gehele Wet en de profeten. [Offertorium] !Ps 23:3-4 Wie mag de berg des Heren bestijgen, of wie verwijlen in zijn heiligdom? Die rein is van handen en zuiver van hart. [Secreta] Doe ons, o Heer, aan uw hemels gastmaal aanzitten, in een bruiloftskleed, gesierd als dat van de heilige Aloysius, die het door liefdevolle voorbereiding en gestadig wenen als met onschatbare edelstenen had versierd. $Per Dominum [Communio] !Ps 77:24-25 Hij gaf hun brood uit de hemel. De mens at brood der engelen. [Postcommunio] Doe ons, o Heer, die Gij gevoed hebt met de spijs der engelen, ook als engelen leven, en naar het voorbeeld van hem, die wij vandaag eren, altijd in dankzegging volharden. $Per Dominum