[Officium] S. Matthiæ Apostoli [Name] Matthias [Introitus] !Ps 138:17 v. Hoe hoog staan, o God, uw vrienden bij mij in ere. Hoe machtig is hun heerschappij. !Ps 138:1-2 Heer, Gij doorvorst mij en kent mij, of ik nederzit of oprijs, Gij weet het. &Gloria v. Hoe hoog staan, o God, uw vrienden bij mij in ere. Hoe machtig is hun heerschappij. [Oratio] God, Gij hebt de heilige Matthias in de kring der apostelen opgenomen. Wij vragen U, doe ons door zijn voorspraak altijd de hartelijkheid van uw liefde ondervinden. $Per Dominum [Lectio] Lezing uit de Handelingen van de Apostelen !Act 1, 15-26 In die dagen stond Petrus op te midden van de broeders - er was een groep van ongeveer honderd en twintig mensen bijeen - en hij sprak: Mannen, broeders, het schriftwoord moet vervuld worden, dat de Heilige Geest door de mond van David voorzegd heeft over Judas, die de aanvoerder is geweest van hen, die Jezus gevangen hebben genomen. Hij behoorde immers tot ons getal en had deel aan ditzelfde ambt; en met het loon der ongerechtigheid heeft hij zich een stuk grond verworven; maar na zich te hebben opgehangen, is hij gebarsten, zodat al zijn ingewanden naar buiten kwamen; en dat is bekend geworden aan al de bewoners van Jeruzalem, zodat dit stuk grond in hun taal de naam kreeg van Haceldama, dat is: bloedakker. Er staat immers geschreven in het boek der psalmen: “Hun landgoed worde een eenzaamheid, zodat niemand er meer woont;” en ook: “Dat een ander bezit neme van zijn ambt.” Daarom moet er van deze mannen, die met ons samen waren al de tijd, dat de Heer Jezus onder ons verkeerde - te beginnen bij het doopsel van Johannes tot op de dag, dat Hij van ons werd opgenomen - er van hen één met ons optreden als getuige van zijn verrijzenis. Toen stelde men er twee voor: Jozef, die ook Barsabas genoemd werd, en de bijnaam had van Justus, en Matthias. En men bad: Gij, Heer, die aller harten kent, wijs Gij van deze twee er één aan, die Gij hebt uitgekozen om in dit apostelambt de plaats te vervullen, die Judas heeft verbeurd, om te gaan naar zijn eigen plaats. Dan wierp men het lot tussen hen, en het lot viel op Matthias, zodat hij bij de elf apostelen gerekend werd. [Graduale] !Ps 138:17-18 Hoe hoog staan uw vrienden bij mij in ere, o God. Hoe machtig is hun heerschappij. V. Zou ik ze tellen: talrijker zijn ze dan zandkorrels. [Tractus] !Ps 138:17-18 Hoe hoog staan uw vrienden bij mij in ere, o God. Hoe machtig is hun heerschappij. V. Zou ik ze tellen: talrijker zijn ze dan zandkorrels. _ !Tractus !Ps 20:3-4 Zijn hartewens hebt Gij verhoord en de bede van zijn lippen niet afgewezen. V. Ja, Gij hebt hem voorkomen met milde zegen. V. Gij hebt een kroon van edelgesteente hem op het hoofd gedrukt. [Evangelium] @Sancti/01-15 [Offertorium] !Ps 44:17-18 Tot vorsten zult Gij hen aanstellen over heel de wereld. Zij zullen uw Naam gedenken, o Heer, van geslacht tot geslacht. [Secreta] Moge, Heer, het gebed van uw heilige apostel Matthias de offers, die wij uw Naam wijden, begeleiden. Wil daardoor onze schuld wegnemen en ons verdedigen. $Per Dominum [Communio] !Matt 19:28 Gij, die Mij gevolgd zijt, zult op tronen zetelen en de twaalf stammen van Israël oordelen. [Postcommunio] Wij vragen U, almachtige God, doe ons door dit heilige, dat wij genuttigd hebben, op de voorspraak van uw heilige apostel Matthias, vergeving en vrede verwerven. $Per Dominum