[Officium] In Conversione S. Pauli Apostoli [Introitus] !2 Tim 1:12 v. Ik weet op wie ik mijn vertrouwen stel en ik ben gerust, want Hij is in staat mijn pand zeker te stellen tot die dag, Hij, de rechtvaardige Rechter. !Ps 138:1-2 Heer, Gij doorvorst en kent mij, of ik nederzit of oprijs, Gij weet het. &Gloria v. Ik weet op wie ik mijn vertrouwen stel en ik ben gerust, want Hij is in staat mijn pand zeker te stellen tot die dag, Hij, de rechtvaardige Rechter. [Oratio] God, Gij hebt de gehele wereld onderwezen door de prediking van de heilige apostel Paulus. Wij vragen U, maak dat wij, die vandaag zijn bekering vieren, naar zijn voorbeeld tot U mogen gaan. $Per Dominum [Commemoratio Oratio] !Pro S. Petro God, Gij hebt uw heilige apostel Petrus met de sleutels van het hemelrijk de hogepriesterlijke macht om te binden en te ontbinden gegeven. Wil ons door zijn tussenkomst uit de boeien van onze zonden bevrijden. $Qui vivis [Lectio] Lezing uit de Handelingen van de Apostelen !Act 9:1-22 In die dagen, toen Saulus nog steeds overliep van bedreiging en moordlust jegens de leerlingen des Heren, ging hij naar de hogepriester, en vroeg hem om brieven voor Damascus aan de synagogen, om allen, die hij er van deze richting mocht vinden, hetzij mannen of vrouwen, gevankelijk mee te voeren naar Jeruzalem. Het geschiedde dan, dat hij op zijn reis kwam tot bij Damascus; toen omstraalde hem plotseling een licht uit de hemel. Hij viel op de grond en hoorde een stem, die hem zeide: Saulus, Saulus, waarom vervolgt gij Mij? En hij antwoordde: Wie zijt Gij, Heer? En de ander: Ik ben Jezus, die gij vervolgt; het is hard voor u om tegen de prikkel te slaan. En sidderend van schrik sprak hij: Heer, wat wilt Gij dat ik zal doen? En de Heer gaf hem ten antwoord: Sta op en ga de stad binnen; daar zal u gezegd worden, wat gij moet doen. De mannen echter, die hem begeleidden, stonden versteld, daar zij wel de stem hoorden, maar niemand zagen. Saulus stond dan op van de grond; maar ofschoon hij zijn ogen open had, kon hij toch niets zien. Daarom namen zij hem bij de hand en brachten hem binnen Damascus. En daar bleef hij drie dagen zonder te kunnen zien; en zonder te eten of te drinken. Nu was er te Damascus een leerling, die Ananias heette; en in een visioen sprak de Heer tot hem: Ananias! En hij antwoordde: Hier ben ik, Heer. En de Heer zeide hem: Sta op en ga naar de Rechte straat, en vraag in het huis van Judas naar een zekere Saulus uit Tarsus; want zie, hij bidt. - Onderwijl zag deze een man, Ananias genaamd, binnen komen en hem de hand opleggen om het gezicht terug te krijgen. - Maar Ananias antwoordde: Heer, ik heb van velen over die man gehoord, hoeveel kwaad hij gedaan heeft aan uw heiligen in Jeruzalem; ook hier heeft hij van de opperpriesters volmacht om allen in boeien te slaan, die uw Naam aanroepen. Maar de Heer sprak tot hem: Ga, want hij is Mij een uitgelezen werktuig, om mijn Naam te brengen voor heidenen en koningen en kinderen van Israƫl. Want Ik zal hem laten ondervinden, hoeveel hij om mijn Naam moet lijden. Toen ging Ananias heen en trad dat huis binnen; hij legde hem de handen op, terwijl hij sprak: Saulus, broeder, de Heer Jezus, die u is verschenen op de weg, waarlangs gij zijt gekomen, heeft mij gezonden, opdat gij weer moogt zien en vervuld worden van Heilige Geest. Terstonds viel hem iets als schubben van de ogen en herkreeg hij het gezicht; en hij stond op en werd gedoopt. Dan nam hij voedsel en kreeg zijn krachten terug. Nog enkele dagen bleef hij bij de leerlingen te Damascus. En terstond predikte hij in de synagogen, dat Jezus de Zoon van God is. Maar allen, die dat hoorden, stonden versteld en zeiden: Is hij het dan niet, die in Jeruzalem de mensen vervolgde, die deze Naam aanroepen; en is hij niet hier gekomen met het doel om hen in boeien mee te voeren naar de opperpriesters? Saulus echter nam nog meer toe in kracht en bracht de Joden van Damascus in verwarring door te betuigen, dat deze de Christus is. [Graduale] !Gal 2:8; 2:9 Hij, die Petrus de kracht heeft gegeven voor het apostelambt, heeft ook aan mij kracht geschonken voor de heidenen. En ze hebben de genade Gods erkend, die mij geschonken is. V. De genade van God was in mij niet zonder uitwerking. Zijn genade blijft altijd in mij. Alleluia, alleluia. V. De grote heilige Paulus, dat vat van uitverkiezing, verdient wel de verheerlijking. Hij toch mocht ook de twaalfde troon bezetten. Alleluia. [Tractus] !Gal 2:8; 2:9 Hij, die Petrus de kracht heeft gegeven voor het apostelambt, heeft ook aan mij kracht geschonken voor de heidenen. En ze hebben de genade Gods erkend, die mij geschonken is. V. De genade van God was in mij niet zonder uitwerking. Zijn genade blijft altijd in mij. _ !Tractus Gij zijt een vat van uitverkiezing, heilige apostel Paulus. Gij verdient wel de verheerlijking. V. Verkondiger van de waarheid en leraar van de heidenen in geloof en waarheid. V. Door u hebben alle heidenen de genade van God leren kennen. V. Wees onze voorspreker bij God, die u heeft uitverkoren. [Offertorium] !Ps 138:17 Hoe hoog, o God, staan uw vrienden bij mij in ere, hoe machtig is hun heerschappij. [Secreta] Heilig, Heer, door de gebeden van uw apostel Paulus de gaven van uw volk, opdat wat U aangenaam is als uw eigen instelling, nog aangenamer wordt door de bescherming van onze voorspreker. $Per Dominum [Commemoratio Secreta] !Pro S. Petro Wij vragen U, Heer, moge de voorbede van de heilige apostel Petrus voor de gebeden en offers van uw Kerk een aanbeveling zijn, opdat ons vergeving mag brengen, wat wij tot zijn eer vieren. $Per Dominum [Communio] @Commune/C5-1 [Postcommunio] Geheiligd door uw heilsgeheim, vragen wij U, o Heer, dat ons nooit hoeft te ontbreken de voorbede van hem, die Gij ons tot beschermer en bestuurder hebt gegeven. $Per Dominum [Commemoratio Postcommunio] !Pro S. Petro Moge, o Heer, het offer dat wij U opdragen, ons de vreugde schenken, dat wij door uw apostel Petrus even overvloedig uw barmhartigheid ondervinden, als wij uw wondermacht in hem verheerlijken. $Per Dominum