[Rank] Domini Nostri Jesu Christi Regis;;Duplex 1 class;;6.5;; [Ant Vespera] Vredestichter * zal zijn naam zijn, en zijn troon zal vaststaan tot in eeuwigheid. Zijn rijk * is een eeuwig rijk, en alle koningen zullen Hem dienen en Hem onderdanig zijn. Ziedaar de Man, de Dageraad * is zijn naam: zetelen zal Hij en heersen, en vrede verkondigen aan de volkeren. De Heer * is onze Rechter, de Heer onze Wetgever, de Heer onze Koning: Hij zal ons redden. Zie, Ik heb U gesteld * tot licht voor de volkeren, opdat Gij mijn heil zoudt zijn tot aan de grenzen der aarde. [Hymnus Vespera] v. U Christus, U der eeuwen Vorst, U, Koning van de volk'renschaar, Van geest en harten U alleen De Opperheer erkennen wij. _ De goddeloze schare schreeuwt: Wij willen niet, dat Christus heerst! Maar wij, wij jubelen U toe, Ons aller hoogstverheven Vorst! _ O Christus, Vorst, die vrede brengt, Bedwing opstandigen van geest; Dat uwe liefde al wie dwaalt In d'ene schaapstal samenbrengt. _ Daarom hangt Gij op 't bloedig Kruis Met breed uw armen uitgestrekt, En toont, door wrede lans doorboord, Het Hart, dat laait van liefdevuur. _ Daarom op 't altaar gaat Gij schuil Onder het beeld van brood en wijn, Zodat voor uwe zonen 't heil Aan uw doorstoken Hart ontvloeit. _ Elk hoofd van staat breng' U de lof In openbare eredienst; Dat meesters, rechters huld'gen U, Dat U erkennen wet en kunst! _ De teek'nen van het koningschap Schitt'ren, U needrig toegewijd; Regeer met milde scepter 't huis En 't vaderland der burgerschaar. _ @:Doxology [Doxology] O Jezus, U zij eerbetoon, Die leidt de scepters dezer aard, De Vader en de Heil'ge Geest In de immerdurende eeuwigheid. Amen. [Versum 1] V. Mij is alle macht gegeven. R. In de hemel en op aarde. [Ant 1] Geven zal Hem * de Heer God de troon van David, zijn vader, en heersen zal Hij in het huis van Jacob in eeuwigheid, en zijn rijk zal geen einde hebben, alleluia. [Oratio] Almachtige, eeuwige God, Gij hebt in uw beminde Zoon, de Koning van het heelal, alles willen herstellen. Wil genadig alle volkerenfamilies, die door de slagen van de zonden uiteen zijn gedreven, aan zijn milde heerschappij onderwerpen. $Qui tecum [Capitulum Laudes] !Col 1:12-13 v. Broeders, danken wij God de Vader, die ons in staat heeft gesteld deel te nemen aan de erfenis der heiligen in het licht, die ons bevrijd heeft uit de macht der duisternis en ons heeft overgebracht naar het rijk van zijn geliefde Zoon. $Deo gratias [Versum 2] V. Zijn heerschappij zal zich uitbreiden. R. En er zal vrede zijn zonder einde. [Ant 3] Op zijn kleed * en op zijn heup staat geschreven: Koning der koningen en Heer der heersers. Aan Hem zij glorie en macht in de eeuwen der eeuwen.