85:1 Neig uw oor, o Heer; verhoor mij, * want ik ben ellendig en arm. 85:2 Bescherm mij, want ik ben U toegewijd: * red uw dienaar, die op U hoopt. 85:3 Mijn God zijt Gij; wees mij genadig, o Heer, want al maar door roep ik tot U. * Verblijd de ziel van uw dienaar, want tot U, o Heer, verhef ik mijn ziel. 85:5 Want Gij, o Heer, zijt goed en genadig, * vol erbarming voor al wie U aanroept. 85:6 Luister, Heer, naar mijn bede, * en geef acht op de stem van mijn smeken. 85:7 Op de dag van de kwelling roep ik tot U, * omdat Gij mij verhoren zult. 85:8 Onder de goden, Heer, is er geen als Gij, * en geen werk is gelijk aan het uwe. 85:9 Alle volken, door U geschapen, zullen komen, en U aanbidden, o Heer, * en verheerlijken uw Naam. 85:10 Want Gij zijt groot, en Gij doet wonderwerken: * Gij zijt God, en Gij alleen. 85:11 Toon mij uw weg, o Heer, opdat ik wandele in uw waarheid, * richt mijn hart op de vrees voor uw Naam. 85:12 Ik zal U prijzen, Heer, mijn God, uit heel mijn hart, * en eeuwig uw Naam verheerlijken. 85:13 Want uw erbarming voor mij was groot, * en uit de diepten van het dodenrijk hebt Gij mij opgehaald. 85:14 Trotsen, o God, zijn tegen mij opgestaan, een bende geweldenaars staat mij naar het leven, * zij houden U niet voor ogen. 85:15 Maar Gij, o Heer, zijt een barmhartige en liefdevolle God, * lankmoedig, rijk aan ontferming en trouw. 85:16 Blik op mij neder en wees mij genadig; * schenk aan uw dienaar uw kracht, en red de zoon van uw dienstmaagd. 85:17 Geef mij een teken van uw gunst, opdat, die mij haten, vol schaamte zien, * dat Gij, o Heer, mij hulp en troost hebt geschonken.