60:2 Hoor toch, o God, mijn gejammer, * en let op mijn smeken: 60:3 Van het einde der aarde roep ik tot U * in de beklemmende angst van mijn hart. Stel mij hoog op de Rots, 60:4 En laat mij daar rusten, want Gij zijt mijn toevlucht * en sterkte tegen den vijand; 60:5 Laat mij in uw woontent voor eeuwig uw gast zijn, * en mij verbergen in de schaduw uwer vleugelen. 60:6 Want Gij hoort mijn beloften, o mijn God, * en vervult de wens van hen, die uw Naam vrezen: 60:7 Vermeerder de dagen des konings, * en zijn jaren van geslacht tot geslacht; 60:8 Moge hij altijd voor Gods aangezicht tronen, * en liefde en trouw hem behoeden. 60:9 Dan zal ik uw Naam in eeuwigheid prijzen, * dag aan dag U mijn dankoffer brengen!