4:2a Verhoor mij, als ik U aanroep, mijn rechtvaardige God, * die mij in kwelling verlichting bracht; 4:2b Wees mij genadig * en verhoor mijn gebed. 4:3 Mannen, hoe lang nog blijft gij verstokt van hart; * waarom ijdelheid bemind en leugen gezocht? 4:4 Weet, dat de Heer jegens zijn heilige wonderbaar handelt; * de Heer zal mij verhoren als ik Hem aanroep. 4:5 Siddert en wilt niet zondigen, ‡ denkt na bij u zelf, * op uw sponde, en zwijgt. 4:6 Brengt gerechte offers, † en hoopt op de Heer. * Velen zeggen: Wie zal ons voorspoed doen? 4:7 Doe opgaan over ons, o Heer, het licht van uw gelaat! * Gij hebt mij een vreugde in het hart gestort, 4:8 Groter dan bij de overvloed * van uw tarwe, wijn en olie. 4:9 Zodra ik mij neerleg, * slaap ik in vrede, 4:10 Want Gij alleen, o Heer, * stelt mij in veiligheid.