109:1 De Heer sprak tot mijn Heer: * Zit aan mijn rechterhand, 109:1 Totdat Ik uw vijanden maak * tot een rustbank voor uw voeten. 109:2 De Heer zal de scepter van uw macht doen uitgaan van Sion: * Heers te midden van uw vijanden. 109:3 Aan U de zegepraal op de dag van uw kracht in heilige luister; * uit mijn schoot heb Ik U vóór de morgenster voortgebracht. 109:4 De Heer heeft gezworen en het zal Hem niet berouwen: * Gij zijt priester in eeuwigheid naar de wijze van Melchisedech. 109:5 De Heer aan uw rechterhand * zal op de dag van zijn toorn de koningen verpletteren. 109:6 Hij zal de volkeren oordelen, hun ondergang voltrekken, * hun hoofden verpletteren over geheel de aarde. 109:7 Uit een beek zal Hij drinken op zijn tocht; * daarom zal Hij fier zijn hoofd verheffen.