[Officium] Officium Defunctorum [Missa] Missa Defunctorum quotidianis: Requiem aeternam [Ant Vespera] Ik wil de Heer behagen * in het land der levenden.;;114 Wee mij, o Heer, * dat mijn ballingschap zo lang duurt.;;119 De Heer behoedt u * voor alle kwaad, de Heer behoede uw ziel.;;120 Als Gij op onze boosheden * acht blijft slaan, o Heer, wie zal dan staande blijven?;;129 De werken * uwer handen, o Heer, versmaad ze niet.;;137 [Versum 1] V. Ik hoorde een stem uit de hemel, die tot mij sprak: R. Zalig de doden, die in de Heer sterven. [Ant 1] Al * wat de Vader mij schenkt, zal tot Mij komen; en hem, die tot Mij komt, zal Ik niet naar buiten zenden. [Oratio_Fid] $Oremus v. O God, Schepper en Verlosser van alle gelovigen, schenk aan de zielen van uw dienaren en dienaressen vergiffenis van alle zonden, opdat zij de kwijtschelding, waarnaar zij altijd verlangd hebben, door onze vrome smekingen mogen verwerven. $Qui vivis [Conclusio] V. Heer, geef hun de eeuwige rust. R. En het eeuwige licht verlichte hen. V. Dat zij rusten in vrede. R. Amen. [Introitus] !4 Esdr 2:34; 2:35 v. Heer, geef hun de eeuwige rust, en het eeuwige licht verlichte hen. !Ps 64:2-3 U komt een lofzang toe, o God, op Sion, en een dankoffer worde U gebracht in Jeruzalem; verhoor mijn gebed; alle vlees komt tot U v. Heer, geef hun de eeuwige rust, en het eeuwige licht verlichte hen. [Oratio] (ad missam) God, Schepper en Verlosser van alle gelovigen, schenk de zielen van uw dienaren en dienaressen vergiffenis van al hun zonden, en laat hen zo de vergeving, die zij altijd verlangd hebben, door dit liefdevol gebed verwerven. $Qui vivis [Oratio1] (ad missam) God, Gij hebt uw dienaren onder de apostolische priesters aanzien geschonken door de bisschoppelijke of priesterlijke waardigheid; wij vragen U, wil hen ook voor eeuwig in hun gezelschap opnemen. $Per Dominum [Oratio2] (ad missam) God, Gij schenkt vergeving en wenst de zaligheid der mensen; wij vragen uw goedheid de broeders uit onze gemeenschap, onze verwanten en weldoeners, die uit deze wereld zijn heengegaan, door de voorspraak van de heilige Maria, altijd Maagd, en al uw heiligen, het bezit van de eeuwige zaligheid te doen bereiken. $Per Dominum. [Lectio] Lezing uit het Boek der Openbaring van de heilige Apostel Johannes !Apoc 14:13 In die dagen hoorde ik een stem uit de hemel, die mij zeide: Schrijf op: Zalig de doden, die sterven in de Heer. Nu reeds zegt de Geest, dat zij rusten mogen van hun zwoegen. Want hun werken volgen hen. [Graduale] !4 Esdr 2:34-35 Heer, geef hun de eeuwige rust, en het eeuwige licht verlichte hen. !Ps 111:7 In eeuwig aandenken blijft de vrome, voor geen kwade tijding heeft hij te vrezen. _ !Tractus Heer, ontsla de zielen van alle gelovigen van alle boeien der zonde. V. En mogen zij door de hulp van uw genade aan het wraakgericht ontkomen. V. En genieten van de zaligheid in het eeuwig licht. [Sequentia] Dag van wrake moet hij heten, als 't vuur 't heelal verteert: zoals David en Sibylle melden. _ Wat een angst zal ons doen beven, als de rechter komt getreden om onvermurwbaar recht te spreken. _ Bazuinen met een ongehoorde klank schallen door de dodenlanden, drijven allen rond de troon. _ Natuur en dood zien ijzend, hoe het schepsel aan komt treden voor het antwoord aan zijn Rechter. _ 't Geschreven boek zal worden voorgelegd, waarin het al vervat ligt, waaruit de wereld dan het oordeel hoort. _ Als dan de Rechter op zijn zetel troont, doet hij weten, wat nog niemand hoorde: niets ontgaat zijn wraak. _ Welk woord zal mijn ellende dan nog vinden, wie zal ik als beschermer roepen? want gerechtigheid biedt nauwelijks rust. _ Koning, voor wiens majesteit wij beven, maar die onverdiend ons begenadigt, maak mij zalig, bron van liefde. _ Wil bedenken, goede Jezus, dat uw levenstocht om mij begon: verstoot mij niet op deze dag. _ Vermoeidheid drong U neer, toen Gij mij zocht, Uw lijden op het Kruis was mijn verlossing. Moet zoveel moeite dan om níet zijn? _ Rechtvaardige Rechter, vol van wrake, schenk ons de gunst van uw vergeving, vóór de dag van rekenschap. _ In zuchten wil ik schuld bekennen, blozen zal ik om mijn zonden, spaar dan, Heer, die tot U smeekt. _ Maria mocht genade vinden, de moordenaar hebt Gij verhoord, ook mij is dus nog hoop gebleven. _ Mijn beden kunnen U niet dwingen, maar uw goedheid zorgt uit liefde, dat ik niet onderga in 't eeuwig vuur. _ Bereid mij dan een plaats bij uwe schapen, houd mij verwijderd van de bokken, laat mij zijn bij hen, die rechts staan. _ Als te schande worden, die verdoemd zijn, de felle vlammen hen ontvangen, roep mij tot U, bij uw beminden. _ Ik smeek U nederig, diep gebogen, mijn hart vermorzeld als in as; draag Gij de zorgen van mijn einde. _ Rijk aan tranen zal die dag zijn, als uit de as komt opgerezen de mens vol schuld, rijp voor het oordeel. _ Spaar hem dan, o God, goede Jezus, onze Heer, geef hun allen rust. Amen. [Evangelium] Vervolg ++ van het heilig Evangelie volgens Johannes !Joannes 6:51-55 In die tijd sprak Jezus tot de scharen der Joden: Ik ben het levend Brood, dat uit de hemel is neergedaald. Zo iemand van dit Brood eet, zal hij leven in eeuwigheid; en het Brood, dat Ik zal geven, is mijn Vlees voor het leven der wereld. Toen begonnen de Joden onder elkaar te twisten, en zeiden: Hoe kan Hij ons zijn Vlees te eten geven? Maar Jezus zeide hun: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: als gij het Vlees van de Mensenzoon niet eet, en zijn Bloed niet drinkt, zult gij niet het leven in u hebben. Wie mijn Vlees eet en mijn Bloed drinkt, heeft eeuwig leven, en Ik zal hem doen verrijzen op de jongste dag. [Offertorium] Heer, Jezus Christus, Koning van heerlijkheid, bevrijd de zielen van alle overleden gelovigen van de straffen der hel en de diepe poel; bevrijd hen uit de muil van de leeuw, laat de onderwereld hen niet verzwelgen, laat hen niet in het duister neerstorten, maar laat de heilige Michaël, de vaandeldrager, hen tot het heilige licht geleiden, * dat Gij oudtijds aan Abraham en zijn zaad beloofd hebt. V. Wij bieden U, Heer, offers en gebeden tot lof; aanvaard ze voor die zielen, die wij vandaag gedenken; doe hen, Heer, van de dood naar het leven overgaan. * Dat Gij oudtijds aan Abraham en zijn zaad beloofd hebt. [Secreta] Wij vragen U, Heer, geef vol goedheid acht op de offers, die wij U voor de zielen van uw dienaren en dienaressen opdragen en schenk daarom aan hen, die Gij de genade van het christelijk geloof hebt gegeven, ook de beloning ervan. $Per Dominum [Secreta1] Wij vragen U, Heer, aanvaard de offeranden, die wij U opdragen voor de zielen van uw dienaren, de bisschoppen en priesters, en wil hen, die Gij in deze wereld de bisschoppelijke of priesterlijke waardigheid hebt gegeven, in het rijk der hemelen in het gezelschap van uw heiligen doen opnemen. $Per Dominum [Secreta2] God, uw barmhartigheid is onbeperkt; aanvaard goedgunstig ons nederig gebed, en schenk de zielen van onze broeders, verwanten en weldoeners, die Gij belijders van uw Naam hebt doen zijn, door deze Sacramenten van ons heil vergiffenis van alle zonden. $Per Dominum. [Communio] !4 Esdr 2:35; 2:34 Het eeuwige licht verlichte hen, Heer, * met uw heiligen in eeuwigheid, want Gij zijt vol liefde. V. Heer, geef hun de eeuwige rust, en het eeuwige licht verlichte hen. * Met uw heiligen in eeuwigheid, want Gij zijt vol liefde. [Postcommunio] Wij vragen U, Heer, moge het gebed van ons, die tot U smeken, de zielen van uw dienaren en dienaressen ten voordeel zijn; wil hen van alle zonden bevrijden en deelgenoot maken aan uw verlossing. $Qui vivis [Postcommunio1] Wij vragen U, Heer, moge uw goedertieren barmhartigheid, die wij hebben afgesmeekt, ten goede komen aan de zielen van uw dienaren, de bisschoppen en priesters, opdat zij door uw goedgunstigheid voor eeuwig in gezelschap mogen zijn van Hem, op wie zij gehoopt en in wie zij geloofd hebben. $Per Dominum [Postcommunio2] Wij vragen U, almachtige en barmhartige God, laat de zielen van onze broeders, verwanten en weldoeners, voor wie wij dit offer van lof aan uw majesteit hebben opgedragen, door de kracht van dit Sacrament gezuiverd worden van elke zonde, en door uw genade het geluk van het eeuwig licht verwerven. $Per Dominum